19
M. W.
de Commissie stemt
ze het volgende
heid van het onderwijzend personeel, en
hiermede over het geheel in. Toch meent
te moeten opmerken
Terwijl blijkbaar in de meeste scholen Hoofd en bekwaamste
onderwijzeressen door aanwijzen en voordoen de jongeren
trachten te leeren. hoe ze haar onderwijs moeten inrichten,
viel soms van dergelijke leiding weinig te bemerken, in eén
der scholen ontbrak deze naar het de Commissie toescheen zoo
goed als geheel. Natuurlijk is dit zeer nadeelig voor de betrokken
jongere onderwijzeressen, wat trouwens op ’t akteexamen in Juli
en September ook bleek, en daardoor ook voor de school.
De Commissie heeft hare opmerkingen hierover aan het
Hoofd der bedoelde school medegedeeld.
Evenals in vorige jaren was er voor de onderwijzeressen
bijna geen bevordering mogelijk. Slechts eene vacature voor
2e onderwijzeres ontstond, die vervuld werd door een 3e
onderwijzeres, in haar plaats werd iemand buiten het ge
meenteonderwijs aangesteld.
Geen enkele kweekeling had de gelegenheid tot onderwijzeres
bevorderd te worden. Toch zijn onder de kweekelingen een
aantal in het bezit der akte van onderwijzeresde eerste
kweekelingen hebben allen die akte. 1 zelfs hoofdakte, van
de tweede kweekelingen hebben 5, van de derde 2, van de
vierde 1 de akte.
De Commissie verheugt er zich over, dat weer eenige onder
wijzeressen in ’t genot eener toelage van f 25 voor de
hoofdakte zijn gesteld. Het verdient, meent ze, aanbeveling
ook aan kweekelingen, in het bezit eener akte van onderwijzeres
daarvoor eenige toelage te verleenen, te meer daar zij, omdat
de scholen 8 klassen en slechts 6 onderwijzeressen tellen,
geregeld zelfstandig in een klasse moeten optreden.
Ter vervulling der vacature van hoofd der gemeente-
bewaarschool aan de Hekkelaan, die ontstond door de be
noeming van mejuffrouw G. Lieffering tot hoofd der school
nabij den Zuid-Buitensingel, is een vergelijkend examen ge
houden. Daaraan is deelgenomen door 21 personen, waar
onder 4 onderwijzeressen onzer gemeentebewaarscholen. Uit
de voordracht, naar aanleiding van t gehouden onderzoek
opgemaakt en bestaande uit de Dames
M. A. C. Foort te Rotterdam, A. M. Muns en
Krols, beide alhier, is mejuffrouw Muns benoemd.