19
’s-Gravenhage,
15 December 1895.
De Directeur,
(get.) Chr. W. Valken.
ding had vervuld. Den 23 Juli gaf zij hare laatste les, bij welke
gelegenheid leerlingen en oud-leerlingen. in tegenwoordigheid
van de Commissie van Toezicht en het onderwijzend personeel,
afscheid van haar namen en door het zingen van een toe
passelijk lied hare erkentelijkheid toonden voor het onderwijs,
zoolang van mej. de Roo genoten. Hare lessen werden op
gedragen voor de le klasse aan den Heer J. D. de Klein, en
voor de 2e kl. aan den Heer W. A. de Jongh, reeds aan
opleidingsklasse verbonden.
Alle lessen zijn geregeld gegeven; de absentiën onder het
personeel en de leerlingen waren van weinig beteekenis.
Ook nu kan met veel lof worden gesproken over den ijver
en de belangstelling, waarmede de meisjes over het alge
meen de lessen volgden; het gedrag der leerlingen de geest
die onder haar heerscht, geven reden tot tevredenheid. Het
zelfde mag verklaard worden van de belangstelling der
onderwijzeressen met Hoofdakte, die de lessen in de 4e klasse B
met opgewektheid bijwoonden.
Aan ’t examen voor de akte van onderwijzeres aan eene
Gemeentelijke Bewaarschool onderwierpen zich 8 leerlingen
der 3e klasse, die de leeftijd van 18 jaar hadden bereikt5
verkregen de Akte. Zeven leerlingen der 4e klasse A., die den
leeftijd hadden om zich voor ’t examen voor de Hoofdakte
aan te melden, legden dit examen af, waarvan 5 met gun-
stigen uitslag.
Voor het zangonderwijs waren tot heden de leerlingen van de
3e en 4e klasse A. vereenigd; met het oog op ’t groot aantal
meisjes in die beide afdeelingen is besloten, met ingang van
1 Januari 1896 aan ieder één uur per week les in zingen te
geven. Met denzelfden datum zal eene andere, wenschelijke
verbetering worden aangebrachtde meisjes der 3e klasse
zullen dan ook onderwijs krijgen in kennis der natuur (al-
gemeene kennis); tot heden werd dit onderwijs gegeven in
de 2e en 4e kl. A. In 1896 zullen dan per week 37 lesuren
gegeven worden.