A. Openbaar onderwijs. Directeur: Dr. C. J. J. Ninck Blok. ha ge der wet VERSLAG omtrent den toestand van het openbaar en bijzonder middelbaar onderwijs in de gemeente ’s-Graven- orer het jaar 1895, opgemaakt ingevolge art. 52 van 2 Mei 1863 (Staatsblad No. 50.) I. Hoogere Burgerschool voor jongens, met driejarigen curcus. Het aantal leerlingen bleef ongeveer gelijk aan dat in het vorige jaar 143 in December 1895 tegen 144 in Decem ber 1894. Het was derhalve noodzakelijk voor den geregelden gang van het onderwijs in den nieuwen cursus wederom dezelfde voorzieningen te treffen, welke de belangrijke toeneming van het schoolbezoek in 1894 had noodig gemaakt. De heer Luyten zag zich voor de derde maal aangesteld tot tijdelijke leeraar in het Fransch, de heeren Muntinga, leeraar in het Duitsch, en Kaakebeen, leeraar in het Neder- landsch werden andermaal belast met het geven de eerste van drie uren onderwijs ’s weeks boven het verordening bepaald maximum, de tweede van enkele lesuren wekelijks in het Duitsch, alles tegen billijke vergoeding; den heer Dr. W. W. van der Meulen, leeraar aan de Hoogere Bur gerschool voor jongens met 5 jarigen curcus, werd door Burgemeester en Wethouders krachtens artikel 8 1° lid, der Verordening No. 559, opnieuw opgedragen het geven van acht uren onderwijs 's weeks in de Nederlandsche taal, tegen eene vergoeding berekend naar f 250 ’s jaars. Bijlage 20

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 428