20 Burge- parallel afdeelingen. Met het oog op het groot aantal leer lingen, thans in de 4de klasse aanwezig, is het mogelijk, dat ook de 5de klasse in den aanstaanden cursus in twee afdeelingen zal moeten worden verdeeld. Wijziging in de inrichting van het schoolgebouw, wellicht ook versterking van leerkrachten, zal dan noodzakelijk blijken. Van het recht om enkele lessen niet bij te wonen maakten 6 leerlingen gebruik, en wel 1 uit de 3de en 1 uit de 4de klasse voor natuur- en wis kunde, en voorts uit de 4de klasse 1 voor natuur-, schei en wiskunde, natuurlijke historie en teekenen. een voor natuur-, schei- en wiskunde en handwerken, 1 voor natuur-, schei en wiskunde en 1 voor alle vakken, behalve de talen en handwerken. Aan het het facultatief gymnastiekonderwijs namen 105 leerlingen deel, zijnde, evenals het vorig jaar, ongeveer 70% van het totaal. Mejuffrouw M. J. G. van de Watering, die veertien jaren aan de school met ijver en nauwgezetheid werkzaam was, erlangde op haar verzoek met 1 September 1895 eervol ontslag. In hare plaats werd benoemd Mejuffrouw J. T. Jelgersma, onderwijzeres aan de Kweekschool te Arnhem. Bij hare benoeming werd bij wijze van proef eene wijziging gebracht in de verdeeling der lessen van de 1ste en 2de klasse. Tot dusverre genoten deze klassen onderwijs in Nederlandsch, geschiedenis, aardrijkskunde en schrijven, elk van eene zelfde leerares. Thans zijn de lessen in geschiedenis en schrijven in de beide klassen opgedragen aan Mejuffrouw van Doorninck, die in Nederlandsch en aardrijkskunde aan de nieuw benoemde Daar deze eerst met October 1895 hare betrekking kon aanvaarden, werden gedurende de maand September hare lessen opgedragen aan eene tijdelijke leerares Mejuffrouw G. P. M. Stutterheim. Mejuffrouw J. C. Bruining, de ten vorigen jare nieuw benoemde leerares in natuur- en scheikunde, had het onge luk een harer polsen te breken. Hare lessen zouden daardoor zeker geleden hebben, ware het niet dat gedurende zeven weken hare zuster Mejuffrouw IJ. J. Bruining haar belangeloos bij het geven van onderwijs had ter zijde gestaan. Aan laatstgenoemde werd daarvoor door het college van meester en Wethouders vriendelijk dank betuigd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 434