20 IV. De Zeevaarkundige school te Scheveningen. Leeraar: de lieer S. J. Kaur. De jaarwedden der dames Bisschop en de Cocq zijn sedert 1 Januari 1895 periodiek verhoogd met f 100. In vorige verslagen wezen wij er herhaaldelijk op hoe het schoollokaal, deel uitmakende van de woning van den leeraar, onvoldoende ruimte opleverde voor de toenemende school bevolking. Zelfs moesten wegens plaatsgebrek enkele leer lingen worden afgewezen. Sedert dien tijd is aan de Gondelstraat te Scheveningcn de nieuwe gemeenteschool voor het zeevaartkundig onderwijs verrezen en op 1 November 1895 in gebruik genomen. Het lokaal, waar de lessen worden gegeven, is in elk opzicht doelmatig ingericht en kan aan de leerlingen gelijk tijdig plaats bieden. Zeer tot genoegen van den verdienstelijken leeraar behoeft thans op bovengemelden grond aan niemand meer de toegang tot de school worden ontzegd. Hoezeer aan een flink lokaal behoefte was. moge blijken uit het feit, dat in een jaar tijds het getal leerlingen met 13 is gestegen en thans 62 bedraagt. Zij zijn verdeeld in 3 klassen naar gelang van hun leeftijd. Klasse A (jongens beneden 14 jaren) 17, klasse B (jongens van 1417 jaren) 28, klasse C (jongelingen van 17 jaren en daarboven) 17. Elke klasse geniet driemaal ’s weeks anderhalf, uur on derricht namelijk Maandag. Woensdag en Vrijdag. klasse A van 45’ 2 uur s namiddags. B 1—2>/2 C - 67*/2 De school mag zich in de sympathie der Scheveningsche reeders verheugen. Ook dit jaar werden wederom twee leerlingen der school, die nog slechts den leeftijd van 22 jaren bereikt hadden, doch de lessen getrouw had gevolgd, als schipper aangesteld. Het laat zich voorzien, dat nu het aantal kiel vaartuigen, dat ter visscherij uitzeilt, grooter wordt, nog meer dan vroeger het zeevaartkundig onderwijs op zijne rechte waarde zal worden gesteld en dat de kennis van een deel der zeevaartkunde tot aanbeveling zal strekken om als gezagvoerder van loggers en kotters op te treden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 435