20
van
den Wet-
10
De leerlingen voor enkele lessen bevinden zich allen in
de hoogste klasse.
De 2e en de 3e klasse bestaan uit twee parallelafdeelingen.
Voor het toelatingsexamen meldden zich aan 50 adspiranten
voor de 1ste klasse, 3 voor de 2e en 1 voor de 3e. Van
eerstgenoemde!) konden slechts 18 tot de school worden
toegelaten, terwijl van de overige adspiranten 2 voor de 2e
en 1 voor de 3e klasse slaagden.
Bij de overgangsexamens werden bevorderd
de lste tot de 2e klasse 28 van de 35 leerlingen.
2e 3e 32 35
„3e 4e 10 25
„4e 5e 10 17
Van de diploma’s der school werden behaald:
dat van het eindexamen door al de 5 leerlingen die er
naar dongen: dat voor boekhouden door 12, en dat voor
wollennaaien door 10 leerlingen.
De examens voor lager onderwijs in nuttige en fraaie
handwerken hadden wederom een hoogst gunstigen afloop.
Het eerste werd met goed gevolg afgelegd door 12 van de
14, het tweede door al de 12 leerlingen die er aan deel
namen.
Wij vermelden hier, dat door bemiddeling van
houder van Onderwijs aan die leerlingen der school, welke
zich voorbereidden voor het examen voor de akte nuttige
handwerken, de gelegenheid werd geschonken om aan eenige
openbare lagere scholen zich als kweekelingen onder de lei
ding van de onderwijzeressen dier scholen practisch te be
kwamen in den omgang met leerlingen en in het bewaren
der orde in en het beheerschen van eene klasse.
Eene leerlinge, die zich onderwierp aan het examen M. O.
voor boekhouden, werd afgewezen.
Mejuffrouw D Lourens, die als leerares in teekenen lang
durige diensten aan de school bewees, gevoelde zich genoopt
haar eervol ontslag te verzoeken.
Als nieuwe onderwijzeressen traden op Mejuffrouwen
B. Meeter en J. H. W. Blom.
Het onderwijs in cartonneeren, hetwelk wegens gebrek
aan een onderwijzer geruimen tijd moest rusten, is sedert
April 1895 hervat en wordt verstrekt door Mejuffrouw
A. F. Steijn.
Indien het Rijk kon besluiten zijn subsidie aan de school,
n
k
32
10