ét» *bw
kwaamheid voor middelbaar onderwijs in de Fransche taal.
Bij het verleenen van dat verlof, gaven wij echter uitdruk
kelijk te kennen, dat zoodanige vergunning niet dan bij
hooge uitzondering kon worden verleend en dat mitsdien
een daartoe strekkend verzoek in het vervolg in den regel
niet zou kunnen worden ingewilligd. Aan Burgemeester en
Wethouders die het desbetreffend introductieve schrijven
van den Minister van Binnenlandsche Zaken, om bericht en
raad, in onze handen hadden gesteld, een en ander mede
deel ende, voegden wij daaraan toe, dat naar ons oordeel
het belang van het onderwijs in het algemeen wel mede
bracht. dat elke school zich nu en dan de schade getroost, die
voortvloeit uit de tijdelijke afwezigheid van een tot lid van
eene examencommissie benoemden leeraar, maar dat tevens het
belang van elke school in het bijzonder eischt, dat dergelijke
schade over een groot aantal scholen worde verdeeld. Tevens
gaven wij te kennen, dat wij het op prijs zouden stellen, indien
Burgemeester en Wethouders konden goedvinden, die overwe
gingen ter kennis van den Minister van Binnenlandsche
Zaken te brengen.
Wegens zijne werkzaamheden als examinator maakte de
heer Sunier van het hem verleende verlof gebruik in November
op den 13den. den 14den des namiddags, den löen, IGen
en 29-stenin December op den öden. 6en. 7den, 19den,
20sten en 21 sten. Op 29 November heeft hij alleen des
voormiddag* gebruik behoeven te maken van zijn verlof.
Ten gevolge het hem verleende verlof, zijn 38 lessen in het
Fransch. op den rooster aangekondigd, niet gegeven14
daarvan echter heeft de heer Sunier. door ruiling met andere
leeraren, op andere dagen gegeven zoodat er 24 lessen in het
Fransch minder gegeven zijn, dan volgens het leerplan ge
geven hadden moeten worden.
Op ons voorstel werd, met toepassing van art. 3 der
Verordening tot regeling van de jaarwedden van de leeraren,
bij Raadsbesluit van 17 December, de jaarwedde van den
heer A. Sunier, die, met 1 September, 13 jaren van dienst
had volbracht, in den zin van art. 5j‘°. 2 der aangehaalde
Verordening, verhoogd van f2200 tot f2500, en zulks met
ingang van 1 Januari 1896.
Een gelijktijdig door ons ingediend en later, op verzoek van
Burgemeester en Wethouders, nader door ons toegelicht voor
stel. om de jaarwedde van den leeraar dr. J. F. van Bemmelen.