betrekking van hoofdleeraar, welk ambt 22 jaren lang door
hem met bekwaamheid en ijver was vervuld.
In de Algemeene ledenvergadering op 21 September jl.,
werden de aftredende bestuursleden, de heeren A, P. Godon,
Mr. F. von Weckherlin, C. Bisschop en H. P. Mutters Jr.
met algemeene stemmen herkozen, terwijl het den Gemeente
raad op opnieuw behaagde, zijn mede-lid, den heer F. H.
van Malsen, in den Raad van Bestuur der Academie af te
vaardigen.
De belangstelling der stadgenooten wier lidmaatschap
de Academie geldelijk steunt, hield ongelukkigerwijze geen
gelijken tred met den wassenden toevloed van leerlingen.
Het aantal leden toch daalde van 161 tot 145, van welk
zestiental vijf door den dood aan onze Acadamie ontvielen
In den wintercursus van 189495 steeg het aantal leer
lingen tot 660. derhalve 98 meer dan het vorige jaar. Van
dit aantal bezochten 345 betalende leerlingen, 32 voor
rekening van leden en 42 onvermogenden gratis den winter-
avondcursus. De zich voortdurend uitbreidende dagcursus voor
mannelijke en vrouwelijke leerlingen, die hetzij den schilder
cursus volgen, hetzij zich voor den werkkring van leeraar
of leerares in het teekenen voorbereiden, hetzij aan de studie
van kunstnijverheidsvakken deel nemen, bestond ditmaal uit
101 vrouwelijke en 64 mannelijk leerlingen.
Elke jaar wordt op het gewone verschijnsel gewezen, dat
in dezen dagcursus het aantal vrouwelijke leerlingen verreweg
dat der mannelijke kweekelingen overtreft. In de schilder
klasse staan 62 vrouwelijk leerlingen tegenover 21 mannelijke.
In den cursus M. O. overtreft het aantal 38 vrouwelijke
de 24 mannelijke leerlingen. Uitsluitend in den dagcursus
voor kunstnijverheidsvakken bevindt zich naast 19 mannelijk
leerlingen slechts ééne vrouwelijke kweekelinge. die zich aan
het ontwerpen van borduurpatronen en wandvullingen wijdt
De cursus voor vrouwelijke leerlingen, op Woensdag en
Zaterdag van 13‘/2 ure, bestond uit 36 kweekelingen;
8 jongens beneden 12 jaar ontvingen te gelijkertijd les in
een afzonderlijk lokaal.
Tijdens den zomercursus van 1894 wijzigden zich deze
cijfers in dier voege, dat de cursus van Woensdag en
Zaterdag slechts uit een getal van 23 vrouwelijke en 8
mannelijke leerlingen bestond. In den cursus M. O. volgden
42 vrouwelijke en 25 mannelijke leerlingen de lessen, terwijl