23 In de Afdeeling A. ie werd onderwijs gegeven de dagcursus voor kunstnijverheidsvakken tot 9 leerlingen gedaald was, een verschijnsel, waarvan de verklaring in de inleiding van dit overzicht gegeven wordt. De zomer- ochtendcursus (van 79 ure,) in bouwkunde, die behouden gebleven is, bevatte 22 leerlingen. en 2e klasse (Elementair onderwijs) aan 206 eerstbeginnende!!, die zich afwisselend naar draad- en meetkunstige figuren en eenvoudige pleister-ornamenten oefenden. Het pleister-fragment bevatte in de 3e, 4e en 5e klasse resp. 19. 12 en 13 leerlingen. In de klasse antiek pleisterbeeld en pleister-buste oefenden zich 24 leerlingen. Rondom het levend model schaarden zich in den afgeloopen winter 11 teekenaars. In de afdeeling B (theoretische vakken) werd aan de na volgende vakken door het daarbij vermelde aantal leerlingen deelgenomen Anatomie: dagcursus 79 perspectiefdagcursus 35 en avondcursus 33 leerlingen en avondcursus 15 leerlingen beschrijvende meetkundedagcursus 11 en avondcursus 5 leer lingen landmeetkunde: 14 leerlingen; werktuigkunde: 17 leerlingen; stereometrie: 44 leerlingen; meetkunde en projecectieleer85 leerlingen. De afdeeling C (Ornament) bestond uit 38 leerlingen. De afdeeling D (Boetseeren) werd door 47 mannelijke en 4 vrouwelijke leerlingen gevolgd. De afdeeling E (Bouwkunde) bevatte in de le en 2e klasse 105, in de 3e en 4e klasse 76 leerlingen; in de 5e en 6e klasse 28 leerlingen; in de 7e klasse 15; in de 8e en 9e klasse 7 leerlingen Aan den cursus in het werktuigkundig teekenen werd door 28 leerlingen deelgenomen. De plechtige uitreiking der prijzen had op Donderdag 25 April plaats, waarna een zeer groot publiek met bij zondere belangstelling de resultaten van den winterarbeid in oogenschouw nam. Over liet algemeen waren de ver schillende Jury’s van beoordeeling benevens de vakmannen en patroons, die deze ontwerpen en studiën grondig en nauwkeurig beschouwd hadden, tevreden over de bereikte uitkomst. Of wedstrijden na een cursus van een half jaar wensche- lijk zijn, blijft nog altijd eene moeielijk op te lossen quaestie. In de Haagsche Academie zijn onder de leeraren herhaalde lijk stemmen opgegaan, die zich pertinent tegen wedstijd en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 473