het de gewraakte toestand bleef Tot staving van dit gevoelen zie men ,.Lettres sur la prosperity pnblique” door Gijsbert Karei van Hogen dorp, deel I. blz. 101 en 102. (Amsterdam 1830). waar hij o.a.zegt: Tl faut bien trapper les grains étrangers d’tin droit d'importation, qui élève leur pri.v jusqu’au point oil la concurrence soit rétablie. L’industrie indigene reclame avee raison ce droit. L’intérêt public est ici la suprème loi. producten den Nederlandschen landbouwer de afzet zijner voortbrengselen ontneemt, kan de bodem, niet meer aan zijne natuurlijke bestemming beantwoorden en is achteruitgang en werkeloosheid het natuurlijk gevolg. De vergelijking met Engeland, als land van den vrijen handel kan hier niet opgaan, daar dat Rijk niet zooals Nederland zijn eenigen natuurlijken hulpbron heeft in de vruchtbaarheid van den bodem, doch in zijn steenkolen en zijn ijzer belangrijke artikelen bezit voor den wereldhandel. En waar nu de aangrenzende Rijken bij invoer hooge rechten heffen, en gesteund door uitvoer- premiën hunne producten op onze niet beschermde markt werpen, daar komt al het nadeel alleen op dat land, hetwelk zich isoleert. Van verschillende zijden werden in het afgeloopen jaar stemmen vernomen ten gunste van eene verbetering of ver nieuwing der Wagenbrug. De doorvaart op dat punt laat thans alles te wenschen over, terwijl ook de toegang voor rijtuigen aldaar hoogst gebrekkig mag heeten. Sedert jaren werd voorziening beloofd, maar gehandhaafd. Ook op een ander belang moge bij deze gelegenheid worden gewezen, namelijk dat eindelijk worde voldaan aan het al gemeen verlangen naar eene rechtstreeksche verbinding tusschen de stations der Holl. Ijzeren Spoorweg Maatschappij en van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. De verbindingslijn bestaat, doch onbekend als de Kamer is met de oorzaak, waarom zij niet wordt gebruikt, wordt hier de wensch geuit, dat de Regeering ten gerieve van publiek tusschenbeide kome. De Kamer mag niet onvermeld laten den levendigen strijd, die gevoerd wordt over de voorgenomen uitbreiding van het tramverkeer in deze stad. Men maakt zich zeker aan geen overdrijving schuldig door te beweren dat vele nieuwe wijken ten aanzien van dat tramverkeer gebrekkig zijn bedeeld een toestand die ongetwijfeld nadeelig werkt voor de belangen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 531