33 van 1893 en vorige jaren niet bereiken, daar die vischsoort hoewel in kleinere hoeveelheid ook nu weder uit Engeland werd aangevoerd. Minder talrijk dan in 1894 werd ditjaar kabeljauw in de trawlnetten gevangen in versehen staat ver kocht bracht deze vischsoort echter een redelijken prijs op. De handel in versche visch op het buitenland houdt steeds gelijken tred met de meerdere of mindere vangstmeestal is evenwel de aanbrengst slechts voldoende voor het binnenland. Duitschland breidt daarenboven zijne visscherij met kracht uit, en verheugt zich steeds in goeden uitslag, dank zij den grooten steun der Regeering. De handel in rog op België wordt steeds minder, en is thans bijna niet noemenswaard tengevolge van de geringe vangst dezer vischsoort. Gedurende een deel van April en het begin van Mei was er eenige levendigheid in den handel van tong op Engelandgeringe vangst is ook hier echter oorzaak dat de prijs meestal te hoog is om met succes dien handel te ondernemen. De aanvoer van visch uit Denemarken bepaalde zich tot een gering aantal tonnen, terwijl die uit Engeland eveneens beduidend minder was. De oorzaken zijn voor Denemarken de slechte resultaten der IJslandsche visscherijvoor Engeland het toenemen der stoomtrawlers, die dank zij hunne vaartsnelheid en hunne degelijke ijsver- pakking, de visch in zeer versehen toestand aanbrengen, zoodat die niet voor droogvisch behoeft te worden verkocht Er zijn bovendien te Grimsby ook reeds droogerijen zoodat het weinige dat nog aangebracht wordt, tevens aldaar gedroogd wordt. Het gedwongen binnenkomen der Scheveningsche schuiten te Maassluis was mede oorzaak van kwijning der droogerijen. In het laatst van Mei en begin Juni werd een aanvang gemaakt met de haringvisscherij. De voorraad van 1894 was geheel verbruikt. Aan deze visscherij werd deelgenomen door 231 bommen en 50 loggers. De haringvangst was veel minder dan in de twee voorgaande jaren, de prijzen waren evenwel veel beter, hetgeen reeder en visscher zeer ten goede kwam. De gemiddelde besomming, hoewel niet met volkomen juistheid op te geven, kan bij benadering gesteld worden op f 6400.— per bom, dit is f 1000 meer dan het vorig jaar. De verliezen aan vischwant waren niet van bijzondere be- teekenisalleen zij die na 5 December nog in zee waren verloren bijna al hunne netten, tengevolge van een drie- daagschen storm; het overig touwwerk, de reepen enz. bleef

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 538