33 doch dat zij gaarne bereid was alle gegevens te verstrekken, welke door den Commissaris der Koningin mochten worden verlangd. VI. tot den Raad dezer gemeente om de aandacht te vestigen op het nadeel dat de houthandel ondervindt dooi de bepalingen der gemeentelijke politieverordening in ver band met de verordening op de heffing van haven- en lig geld ten opzichte van houtvlotten. Nadat namelijk door de voerders van houtvlotten is voldaan aan laatstbedoelde verordening, wordt hun luidens art. 115 der politieverordening eerst toegestaan het ge- meentewater binnen te komen, wanneer zij daartoe schrif telijk vergunning van Burgemeester en Wethouders hebben erlangd. De Kamer wees er op hoe deze schriftelijke ver gunning steeds vertraging zal veroorzaken en daardoor het vervoer van hout per vlot belemmeren, waar datzelfde vervoer, indien het per vaartuig geschiedt geen bezwaar ondervindt en dan zelfs deelt in de faciliteiten in al. 1 van art. 5 der verordening op het liggeld bedoeld. Daar het belang dat het hout zoo spoedig mogelijk de plaats van bestemming bereike even groot is, of dat vervoer plaats heeft per vaartuig, dan wel per vlot, gaf zij in over weging aan de klachten omtrent deze belemmering te gemoet te komen. Hoewel de Kamer zich niet ontveinsde dat het in het belang van het verkeer noodzakelijk is, het varen van vlotten aan eenige meerdere beperking te onderwerpen, meende zij toch den Raad te mogen verzoeken om de boven bedoelde vergunning te doen vervallen voor vlotten, welke uit hoogstens twee a drie aaneengekoppelde balken bestaan, en voor grootere vlotten de toestemming van den havenmeester of zijn plaatsvervanger voor te schrijven. VIL tot Burgemeester en Wethouders dezer gemeente bij brief dd. 28 Juli 1895, waarbij de Kamer de aandacht vestigde op de belemmering, welke de binnenscheepvaart in de Haagsche grachten ondervindt, als gevolg van den toestand van overgang. waarin de residentie verkeert ten opzichte van de aansluiting der stadsgrachten aan het ver beterde provinciale vaarwater tusschen Rijn en Schie. Door de toename der scheepvaartbeweging in de richting naar deze gemeente tengevolge van de verbeterde gemeenschap tusschen genoemde rivieren worden aan de Haagsche grach-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1895 | | pagina 568