114
Omtrent de schoolgebouwen kan het volgende wor
den medegedeeld
Het schoolgebouw aan de De-Gbeijnstraat werd in
October opgeleverd en in November betrokken door
personeel en leerlingen, tot dusverre in de hulpschool
aan de Gaslaan gevestigd.
Die hulpschool zelve weid onmiddelijk daarop weder
ingericlit om op nieuw als hulpschool dienst te doen,
met het oog op het aantal restanten in dat stadsge
deelte. Met het oog echter op de benoeming van het
voor die hulpschool noodige onderwijzend personeel kon
de heropening der school in 1896 niet meer plaats hebben.
Bij Raadsbesluit van 18 Augustus werd een terrein
nabij de Rozenburgstraat aangewezen voor den bouw
van twee scholen onder één dak.
De plannen voor den bouw dier scholen werden reeds
door de plaatselijke commissie voor het lager onderwijs
onderzocht en 14 December door ons voorloopig vast
gesteld.
Voor den bouw eener burgerschool nabij het Bezui-
denhout werd nog geen terrein aangewezen, omdat de
vaststelling der stratenplannen van de achter het Be-
zuidenhout in exploitatie te brengen gronden moest
voorafgaan.
In afwachting daarvan kon nog geen gebruik gemaakt
worden van het aanbod van L. C. Bevelander, H. Smit
en 40 belanghebbenden, die een of meer voor hulpschool
geschikte perceelen aan of bij de Laan van Nieuw Oost-
Indië gedurende twee jaren gratis aan de gemeente in
gebruik wilden geven.
Naar aanleiding van een den Isten Juni 1896 bij ons
ingekomen adres van 64 ingezetenen, allen wonende in
het N. W. deel der Gemeente, stelden wij Uwen Raad
voor te bepalen, dat met een nader door ons vastte-
stellen datum aan de burgerschool aan de Koningin-
Emmakade ook onderwijs zal worden gegeven in de
Engelsche. de Hoogduitsche taal en de fraaie handwerken
voor meisjes en dat het schoolgeld voor de klassen
waarin onderwijs in die vakken zal worden gegeven
wordt gebracht op f 48.’sjaars, behoudens de ver
mindering bepaald in art. 2, sub 3 der Verordening
no. 11 van 1890.
Wij deelden daarbij Uwen Raad mede, dat wij voor-