1-2C> B ij zonder Honger On d e r w ij s. Lit het verslag, ingezonden door Curatoren van de Theologische School der Christelijk-Gereformeerde kerk, alhier gevestigd, wordt het volgende medegedeeld: Ter vervanging van den heer G. Renkema te Utrecht werd de heer G. A. Gezelle Marburg, predikant te Almelo tot Curator benoemd. Het onderwijs werd gegeven door twee docenten aan 16 studenten, van wie 1 in de eerste. 3 in de tweede. 3 in de derde en 2 in de vierde klasse geplaatst waren 5 studenten waren in het 1ste. 2 in het 2de studiejaar van de theologische vakken. Alle studenten werden aan het einde van den cursus 1895/96 tot hoogere studie bevorderd, terwijl één student tot candidaat voor de H. Bediening werd bevorderd. De inkomsten der school waren iets booger dan de uitgaven, zoodat de kas met een klein batig saldo sloot. VIII. Kunsten en Wetenschappen. 1°. De Koninklijke Muziekschool. liet onderwijzend personeel werd dit jaar uitgebreid dooi’ de aanstelling van den heer A. .1. A. Bonman, voorheen onderwijzer aan de afdeelingsmuziekschool der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst te Utrecht, als tweede Leeraar voor de Violoncelklasse. De Directeur der School, de Heer W. F. G. Nicolai, werd in het begin van het jaar door eene ernstige ziekte aan getast, die weldra in hevigheid toenam en op den 24 April met zijnen dood eindigde. De school verloor in hem een begaafd kunstenaar, die meer dan 40 jaren zich aan het onderwijs in die instelling wijdde. In zijne plaats werd benoemd Mr. Henri Viotta te Amsterdam, door wien onderricht werd gegeven in de hoogere theorie- en compositieleer, het samenspel, het orkestspel en de geschiedenis der muziek. Ter vervanging van den leeraar A. J. Ackermann, die op zijn verzoek eervol ontheven werd van het onder wijs in het orgelspel, werd benoemd de heer J. A. de Zwaan, organist alhier. Door den Directeur, 18 leeraren en 3 leeraressen werd in de vakken, bij bet reglement omschreven, on derricht gegeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 132