131
het genootschap mag zeer
vereen i-
Bouwkunst,
Fraaie letteren,
Toonkunst,
17
11
33
Volgens mededeeling van het bestuur van de Leesin-
richling voor den Ambachtsman onderging het ledental
in het afgeloopen jaar weinig verandering. De bibliotheek
werd wederom uitgebreid en de uitvoeringen op mu
zikaal en letterkundig gebied werden voor de leden zoo
aangenaam en nuttig mogelijk gemaakt.
De financiëele toestand was gunstig.
De financiëele toestand van
gunstig genoemd worden.
87 gewone leden en 50 kunstlievende leden.
In het vorig genootschappelijk jaar telde de
ging 239 leden.
Er werden 8 kunstbeschouwingen gehouden waarop
voor de leden ter bezichtiging werden gesteld eene col
lectie teekeningen van Th. van Hoytema, eene verza
meling Japansche oorlogsprenten, afbeeldingen van
rniddeleeuwsche kunstvoorwerpen uit de collectie Spitzer,
etsen lithograpbieën en houtsneden naar jong-Fransche
en- Engelsche meesters, Amerikaansche, Duitsche en
Engelsche affiches en ontwerpen voor versieringskunst.
Behalve de matinees musicales en muziekavonden werd
vanwege den kring in het Gebouw’ voor Kunsten en
Wetenschappen Joh. Wagenaar'scantate «de Schipbreuk»
uitgevoerd en werd in het gebouw Diligentia door de
muzikale afdeeling eene uitvoering gegeven.
Voorts werden een 7tal tentoonstellingen gehouden
als: cenige Mauvetentoonstellingen, twee van werken
van de werkende leden de Heeren H. van der Haar en
A. Hijner, eene zwart- en wit-tentoonstelling, eene
tentoonstelling van oude en nieuwe boekbanden en eene
tentoonstelling van oude en nieuwe waaiers.
Uit het verslag van de werkzaamheden en den toestand
van den Haagschen Kunstkring in het genootschappelijk
jaar 18951896 stippen wij aan dat de vereeniging 272
leden telde, van wie
3 eereleden,
71 leden der afdeeling Schilder- en Beeldhouwkunst,