15 10 jaren, schouwd opzichte (get.) Dr. Roessingh. Voor Afschrift, De Secretaris der Commissie tan bijstand in het beheer van het Gemeenteziekenhuis, J. C. Meijs. handigheid en practischen zin was hij voor het Ziekenhuis van zeer groote waarde en het zal niet gemakkelijk zijn voor hem een even geschikten opvolger te vinden. Tot dusver vermocht dit althans niet gelukken. Op le October vroeg Dr. H. de Jong zijn ontslag als hulpgeneesheer, nadat hij 4 jaren als zoodanig was werk zaam geweest. Op welke uitstekende wijze hij dit was, kan, behalve door mij, worden getuigd door de vele zieken, die gedurende zijne aanwezigheid in het Ziekenhuis door hem werden behandeld. Het zal hem in zijn nieuwen werkkring in deze gemeente zonder twijfel wèl gaan, wanneer hij zich daar op dezelfde wijze van zijne plichten weet te kwijten. Zijn ijver, toe wijding en plichtsgevoel zijn mij daarvoor een waarborg. Tengevolge van zijn aftreden werd als 2e hulpgeneesheer benoemd de Heer Van Stipriaan Luïscius, arts. De hulpmachinist Bolleurs werd na een diensttijd van op 31 December eervol met toekenning van pensioen ontslagen. Daar de inventaris van de linnenkamer, tengevolge van de uitbreiding van het ziekenhuis was vergroot, werd meerdere hulp tot onderhoud daarvan noodig geoordeeld en werd de Weduwe van den overleden machinist Wezerijn aan het personeel in de linnenkamer toegevoegd, waar zij ook reeds vroeger was werkzaam geweest. Het gebouw, dat vroeger dienst deed voor opname van zieken, welke vanwege de Politie, tengevolge van het medisch toezicht op de prostitutie werden ingezonden en waarin tevens de kraamafdeeling was ondergebracht, is thans buiten gebruik en zou m. i. kunnen worden opgeruimd om plaats te maken voor iets beters. In de eerste plaats verdient als zoodanig overweging de bouw van een nieuw lijkenhuis, daar het tegenwoordige als onvoldoende moet worden be en het Ziekenhuis door den bijbouw ten dien eer achteruit dan vooruit is gegaan, terwijl toch vroeger een klein lijkenhuis tegenover zaal VI bestond voor lijken van overleden klassepatiënten, dat door de uitbreiding is moeten worden afgebroken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 224