18 Bijlage den 16den Wethouders HOOFDSTUK 1. Beheer der Fabriek, enz. van den toestand en de exploitatie van ’s-Gravenhage over VERSLAG der Gemeentegasfabriek het dienstjaar 1896. a. Beheer. De fabriek werd ingevolge Raadsbesluit van December 1879 beheerd door Burgemeester en bijgestaan door eene Commissie. Deze bestond uit de heeren: G. H. A. N. Rietstap, F. H. van Malsen en J. Krapter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van Mr. J. P. Vaillant werd den fsten September Jhr. Mr. E. N. de Brauw gekozen. Tot 30 Juni trad als voorzitter der Commissie op Jhr. P. O. H. Gevaerts van Simonshaven, na dien Mr. J. G. S. Bevers, Wethouder voor de Plaatselijke Werken en Eigendommen. Den Isten October trad de heer J. E. M. Kros als Di recteur der Gasfabriek af en werd als zoodanig vervangen door den heer J. E. H. Bakhuis, civiel-ingenieur, Directeur der Gasfabriek en der Hoogdrukwaterleiding te Dordrecht. De heer Kros blijft als adviseerend Directeur aan de fabriek verbonden. De gasprijs heeft voor 1896 6 cent per M3. bedragen, bij de behandeling der begrooting voor 1897 is deze prijs gehandhaafd. De gemiddelden van maand tot maand der waarnemingen omtrent de lichtsterkte en de zuiverheid van het gas, welke ter controle door Dr. Koppeschaar in een der lokalen van het hulpbureau der Gasfabriek in de Kazernestraat (afstand van de fabriek 2400 nieter) werden verricht, zijn in bijlage N". 1 vermeld. Aan de Gasfabriek werden dagelijks waarnemingen om trent de hoedanigheid van het gas verricht met den Bunsen- Lethebyphotometer (standaard: de Methvenbrander en de Engelsche Spermacetikaars), en met de gasbalans van Friedrich Lux. De resultaten dezer waarnemingen zijn eveneens in bij lage N°. I opgenomen. Verder werd op geregelde tijden het ammonia-, koolzuur- en zwavelgehalte van het gas bepaald. Voor de cokes golden de volgende prijzen: na 1 Januari 50 cent, na 20 Januari 45 cent, na 17 Februari 40 cent, na 15 Juli 45 cent, na 6 September 50 cent en na 27 No-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 235