18 f 241.599,— 49.107,12 10.000,— 300.706,12 JJ in zijne zitting van 21 Juli het Gemeentebestuur de per ceelen ros. 21 en 22 aan de Badhuiskade aan te koopen. Van deze perceelen is het woonhuis voor kantoor en voor woning van een fitter ingericht en de schuur, staande op het erf, vervangen door eene werkplaats met afzonderlijk wachtlokaal en magazijnen. Een en ander is betaald uit de begrootingspostOnvoorziene Uitgaven der Gasfabriek. Bij besluit van Ged. Staten dd. 15/22 December 1896, B n°. 3704, 1ste Afd. werd aan B. en W. vergunning verleend tot het oprichten van eene smederij, koper- en blikslagerij in genoemde perceelen. Door het gezamenlijke lantaarnopstekerspersoneel te 's-Gravenhage werd aan den Baad het verzoek gericht om of minder zorg voor het schoonmaken der lantaarns te be hoeven te dragen, of in het genot eener hoogere belooning te worden gesteld. Op advies van B. en W. wees de Raad in zijne zitting van 24 November het eene zoowel als het andere verzoek af. Jntusschen is de dienst der aanstekers in zooverre verlicht geworden, dat voorde gedeeltelijke hl ussching der lantaarns te middernacht slechts de helft van het personeel behoeft op te komen. In verband met de uit breiding der stad zullen verder in plaats van één wacht lokaal in de Kazernestraat, drie wachtlokalen in verschillende wijken worden ingericht. Aan den heer Dr. T. W, Beukema bleef de taak opge dragen om de werklieden, die in vasten dienst der gasfabriek zullen worden opgenomen, te keuren;, de zieke werklieden te bezoeken en de werklieden, die voor pensionneering in aanmerking komen, te onderzoeken. De uitkeeringen aan de Gemeente bedragen over ditjaar de som van f 300.706,12, verdeeld als volgt: a. Voor gebruik van den ondergrond be- berekend over eene lengte van 161.066 M. tegen f 1,50 den Meter. Voor waarborg door de Gemeente ver leend, gesteld op 2i °/o van het op 31 December 1896 nog niet afgeloste leening- kapitaal, groot 1.964.284,765. c. Voor het beheer door de Gemeente, en voor onkosten haar opgelegd, wegens pensioenen aan ambtenaren en bedienden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 238