17
60.000.—
f 743.557.38
o
f 735.073.13
- 8.484.25
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
begroeting voor het dienstjaar 1897, is het geraamd
bedrag:
der ontvangstenf 5.402.530.61
en der uitgaven- 5.402.530.61
Op 12 October 1896 werd de inschrijving opengesteld
op de tweede reeks obligatiën, groot f 1.000.000 van de
3pCts. geldleening, groot ten hoogste f 3.000.000. tot
het aangaan van welke leening de Gemeenteraad in
zijne vergadering van 25 September 1894 besloot.
Op deze reeks werd ingeschreven voor een bedrag van
f 1.635.000 tegen de koersen, varieerende tusschen 92’/4
en 100 pCt. De koers van gunning, werd door den Raad
vastgesteld op 94 ‘/s pCt., waarvoor 535 obligatiën ad f 1000
konden worden uitgegeven, terwijl de Raad machtiging
verleende om de resteerende 465 obligatiën geheel of bij ge
deelten te plaatsen tot den koers van ten minste 94 */8 pet.,
met dien verstande dat casu quo de loopende rente tot
den dag der storting zou worden verrekend. In de Raads
vergadering van 27 October werd medegedeeld dat de
resteerende 465 obligatiën waren genomen tegen den
bepaalden minimum koers van uitgifte.
De Hoofdelijke Omslag werd geheven naar den maatstaf
van 2.4 pCt.
De kohieren dier belasting beliepen tot Maart 1897
Primitieff 729.301.47
Suppletoir- 65.771.66
Te zamen 795.073.13
waarvan als oninbaar zal worden afge
schreven, met inbegrip der op reclame
verleende afschrijvingen, ruim
zoodat het zuiver bedrag ongeveer zal
worden
De hondenbelasting bracht op.
zoodat de opbrengst der directe belastingen
nagenoeg zal bedragen
Een overzicht der opbrengst van den hoofdelijken
omslag over de jaren 1891 tot en met 1896 is neerge
legd in bijlage 10 achter dit verslag.
Wij laten hier volgen een staat der Gemeenteschulden.