18 100,— 50- 50,— 50,— 50,— f 81 sjaars ,514 i 15 Februari 1896. ƒ154 ’sjaars 25 April 1896. van 16 Juli benoemd J. van der Gaag, 2de klerk bij liet technisch beheer. Door de benoeming van D. van Bekkum, met ingang van 1 September, werd in de ontstane vacature voorzien. De Directeur der Gasfabriek J. E. M. Kros werd aan vankelijk met ingang van 1 September, later met ingang van 1 October, benoemd tot adviseerend Directeur, en in zijne plaats werd J. E. H. Bakhuis, Directeur der Gasfabriek en Hoogdruk-Waterleiding te Dordrecht tot Directeur aangesteld. Aan W. Niermeijer, 1 sten Opzichter te Scheveningen werd met ingang van 20 October op verzoek eervol ontslag verleend, uithoofde zijner benoeming tot Directeur der Gasfabriek en Waterleiding te Zutphen. Van 20 October tot 31 December is de tijdelijk opzichter- teekenaar E. C. Suermondt Mz. tijdelijk belast geweest met de betrekking van Isten opzichter te Scheveningen. Met ingang van 1 Januari 1897 werden benoemd: tot Isten opzichter te Scheveningen E. de Koning, Ingenieur, tot 2<len klerk bij het technisch beheer: J. A. van Duijne, tot dien tijd schrijver in dienst van den Isten opzichter te Scheveningen en tot 3 den opzichter, belast met het toezicht op de publieke verlichting H. J. Zalme, metervuller. Aan de volgende ambtenaren werd met ingang van 1 Januari 1897 verhooging van jaarwedde toegekend: H. F. P. Kamerling, 3den opzichter W. van Beusekom, 3den opzichter beiden werkzaam bij het technisch beheer, en C. Franken, Isten klerk P. L. Badoux Jr., 2<len klerk C. J. van Leeuwen, 2den klerk allen bij het administratief beheer. Pensioenen, wachtgelden, gratificatiën en werkloonen. Pensioenen zijn toegekend aan J. B. Schraag, lantaarnopsteker F. Baggerman, metselaar beiden eervol ontslagen met ingang van J. G. Krapels, lantaarnopsteker eervol ontslagen met ingang van R. van Wetten, stoker288 eervol ontslagen met ingang van 9 Mei 1896. P. A. F. de Vries, cokesbaas 545 eervol ontslagen met ingang van 1 September 1896.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 251