19
VI. Plaatselijke Schoolcommissie.
W. het advies
In de samenstelling der Commissie had in 1896 geene
verandering plaatsde nieuwe indeeling der schoolwijken,
hoewel voorloopig aangenomen, werd nog niet ingevoerd.
Het lid, de Heer Engelen, werd als Secretaris herkozen
en mede werden hem de function van Penningmeester der
Commissie opgedragen.
Slechts eenige keeren werd door B. en
onzer Commissie gevraagd en wel
vooreerst of naar haar oordeel bij eene eventuëele uitbrei
ding der Hoogere Burgerschool voor meisjes, de beide voor
bereidende klassen dier school in stand zouden moeten
worden gehouden.
Onze Commissie antwoordde daarop dat zij het zoude
betreuren als die beide klassen werden opgeheven, tenzij
besloten werd tot het oprichten eener tweede burgerschool
uitsluitend voor meisjes zooals die in de Atjehstraat, welke
oprichting ook zonder deze aanleiding wel gewenscht scheen.
De tweede quaestie waarin het advies der Commissie
gevraagd werd, betrof de al of niet wenscbelijkheid van het
oprichten van klassen voor inhalingsonderwijs. Hierop ant
woordde onze Commissie 14 April dat zij met ingenomen
heid dat voornemen begroette, „maar dat de Commissie,
„werden dergelijke klassen opgericht, gaarne maatregelen
„zoude zien genomen om te beletten dat de ouders hunne
„kinderen eerder en gemakkelijker de dagschool zouden doen
„verzuimen en in ieder geval inschrijving voor plaatsing op
„de gewone dagscholen een vereischte zij.”
Burgemeester en Wethouders meenden evenwel met deze
door de Commissie voorgestelde maatregelen geene rekening
behoeven te houden, althans in het Reglement betreffende
de inrichting der Noodklassen (in de plaats getreden van
de klassen voor inhalingsonderwijs) opgenomen in het
„Bijblad van de Handelingen” sub No. 509, werd hierom
trent niets vermeld.
Het voorstel bij den Gemeenteraad ingediend 31 Aug.
4 Sept, werd reeds voor den 15 September op de agenda
geplaatst.
Bij deze onverwacht spoedige behandeling ontbrak het
aan tijd om het Reglement, waarvan geene nadere mede-
deeling was geschied, in eene vergadering der Commissie
te bespreken, maar werd door den Voorzitter en den Secre-