19 dige en geschikte raA--onderwijzeres„ dan eene Wa.sse-onder- wijzeres, die niet voor hare taak berekend is. Even gevaarlijk is het bij het aftreden eener onderwijzeres le klasse, bij voorkeur de onder haar gewerkt hebbende onderwijzeres 2e klasse in hare plaats te benoemen. Niet rang of anciënniteit, maar alléén geschiktheid moet beslissen over de keuze. Sommige op dit punt opgedane ervaringen gedurende het afgeloopen jaar, nopen ons, nogmaals op dit onderwerp terug te komen en tevens bij herhaling te wijzen op de wenschelijkheid, dat geene benoemingen geschieden, zonder dat de Commissie van advies hierover gehoord is. Evenals vorige jaren zagen wij op verscheidene scholen als volontaires werkzaam, dames, die wel reeds in ’t bezit der akte maar nog niet geplaatst zijn. Is het voor deze jeug dige onderwijzeressen van belang op deze wijze voor haar later te aanvaarden taak te worden voorbereid, op sommige scholen waar steeds, en niet ten onrechte geklaagd wordt over onvoldoend onderwijzend personeel, komt deze maat regel tevens het onderwijs zeer ten goede. Eene schaduw zijde bij de hulp dezer rubriek van onderwijzeressen is even wel: de gestadige afwisseling. Nieuw aan te stellen onder wijzeressen toch worden uit den aard der zaak zeer dik wij Is gekozen uit bedoelde volontaires die tengevolge van hare opleiding aan de scholen, gewoonlijk veel vóór hebben boven sollicitanten, die nog niet werkzaam waren. Op deze volon taires is daarom slechts voor korten tijd te rekenen. Al wenschen wij dus het volontair-stelsel te behouden, onze wensch dat op sommige scholen over meer onderwijzend personeel mocht kunnen beschikt worden, vervalt daardoor geenszins. Over den gang en de resultaten van het onderwijs meenen wij te mogen verwijzen naar ons verslag van het vorige jaar, aangezien onze opmerkingen hieromtrent dezelfde zijn. Evenzoo blijven wij wijzen op de wenschelijkheid van meer tijd te kunnen wijden aan het onderwijs in de nuttige hand werken dan tot heden geschiedt. In de samenstelling van ons Comité is sedert het vorige jaar eenige wijziging gekomen. Mevrouw van Helden, geb. Westpalm van Hoorn van Burch nam haar ontslag en werd vervangen door onze vroegere presidente, Mevrouw de Douairière de Jonge geb. de Kock, die zich tevens de benoeming tot vice-presidente liet welgevallen. En daar het steeds toenemend aantal scholen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 317