J
20
■n
7
2
3
Volgens de indeeling bij het theoretisch onderwijs zijn de
leerlingen aldus verdeeld:
1ste klasse 122 tegen 126 in 1895.
2de 55 59
3de 32 22
Totaal 209 207
niet splitsing van de 1ste klasse gedurende den zomercursus in
vier, gedurende den wintercursus in vijf parallel-afdeelingen.
Naar het door hen gekozen beroep zijn onder de leerlingen
timmerlieden 71 tegen 69 in 1895.
meubelmakers 19 B 18
beeldhouwers 3 7
huisschilders 28 32
smeden en machinebankwerkers 52 58
koper-, zink- en loodbewerkers 27 20
en 9 van andere beroepen (6 instrumentmakers, 2 steen
houwers, 1 modelmaker).
De instrumentmakers worden gerecruteerd uit de koper-,
zink- en loodbewerkers, die aanleg en lust toonen voor dit
vak, dat sinds April 1896 twee uren daags door een afzonder
lijk daarvoor aangesteld onderwijzer wordt geleerd.
Velschillende vakken, die ook afzonderlijk zouden kunnen
worden vermeld, worden op de Ambachtsschool slechts als
bijvak van andere vakken beschouwd. Zoo is het boetseeren
een bijvak voor steenhouwers, beeldhouwers, smeden, en
koperbew erkers, het draaien voor timmerlieden en meubel
makers. het modelmaken voor machinebankwerkers, het erna-
nientschilderen voor huisschilders.
Bij het toelatingsexamen in April en October werden
respectievelijk 58 en 33 adspiranten geëxamineerd, waarvan
25 en 11 slaagden. Voorts werden nog tot de laagste klasse
in April 53 en in October 13 jongelingen toegelaten op
vertoon van een bewijs of getuigschrift van behoorlijk door-
loopen lager onderwijs, te zamen 102.
33 leerlingen verlieten de school om verschillende redenen
binnentijds, waarvan 2 na erlanging van het diploma.
27 leerlingen der hoogste klasse werden eervol ontslage:
niet geheel of gedeeltelijk ingevuld diploma.
Onder hen waren
timmerlieden
meubelmakers
beeldhouwers