Bijlage 24
’s-Gbavenhage, 10 Maart 1897.
Ter voldoening aan de bepaling, vervat in art. 26 der
Verordening van 13 October 1880. (Verz. N°. 506) heeft
liet Burgerlijk Armbestuur de eer den Gemeenteraad het
navolgende verslag omtrent zijne verrichtingen in het afge-
loopen dienstjaar 1896 aan te bieden.
Tot zijn leedwezen heeft het Armbestuur zijne mede-
deelingen aan te vangen met de herinnering aan het over
lijden op 13 April 1896 van den heer Mr. J. P. Vaillant,
die ruim 28 jaren, als lid of als Voorzitter, met zijne op
ervaring steunende voorlichting de Commissie in de behar
tiging van de haar opgedragen taak heeft bijgestaan, en
wiens nagedachtenis in eere zal bewaard blijven.
In de door dat overlijden ontstane vacature werd voorzien
door de benoeming, in de Raadsvergadering van 28 April 1896.
van den heer Mr. M. J. C. M. Kolkman terwijl de Commissie,
zooals die op dat tijdstip was samengesteld, in de Raads
vergadering van 1 September 1896, werd herbenoemd,
en de heer Wethouder Jhr. P. O. H. Gevaerts van
Simonshaven, zich, op uitnoodiging van den heer Burge
meester, weder bereid verklaarde het Voorzitterschap op
zich te nemen.
In het personeel der ambtenaren vond geene wijziging plaats.
Wat den toestand van het Armwezen der Gemeente in
het algemeen betreft, het Armbestuur, in aanmerking ne-
mende de steeds toenemende bevolking, de vaak voorkomende
werkeloosheid en andere bijzondere omstandigheden, vermeent
dien over het afgeloopen jaar niet ongunstig te mogen
Ten blijke daarvan veroorlooft het zich de aandacht te ves
tigen op de hier later volgende opgaven, waaruit blijkt dat
het aantal bedeelden en het als onderstand uitgegeven be
drag weder eenigszins lagere cijfers dan het vorige dienstjaar
aanwijzen; terwijl het door den Gemeenteraad aan het Bur
gerlijk Armbestuur voor 1896 toegekend subsidie, niet ge
heel is benoodigd geweest.