24
apotheek zijn verstrekt geworden ten behoeve van sommige
verpleegden in de 1 liaconiegestichten der Ned. Herv. Ge
meente, bedragende het aantal daartoe in geneesk. onder
stand opgenomen
202 in de Oudeliedengestichten en 322 in liet Weeshuis.
Eene vergelijking dezer opgave met die over 1895 geeft,
met opzicht tot de in de zes eerste geneeskundige afdeelingen
in doorloopenden geneeskundigen onderstand opgenomen
personen, in 1886 een lager cijfer aan van 41 gezinnen
en van 151 personen (leden des gezins beneden de 18 jaar),
terwijl het totaalcijfer der verpleegden in gestichten die dien
onderstand genoten, volgens de met 1 Januari 1895 ver
nieuwde en met zorg bijgehouden registers 944 heeft be
dragen, benevens 524 verpleegden in de Diaconiegestichten
der Ned. Herv. Gemeente.
Bij het eenigszins lager cijfer der in doorloopenden ge
neeskundigen onderstand opgenomen gezinnen en personen,
was het aantal in de zes eerste afdeelingen uitgereikte
ziekenbriefjes, die persoonlijk en niet langer dan eene maand
geldig zijn in de zes eerste onderstandswijken ruim 1000
en in de 5e onderstandswijk, waarin Scheveningen is gelegen
en alwaar uitsluitend ziekenbriefjes zijn verstrekt. 541 minder
dan gedurende 1895; waaruit tot een niet ongewenschten
gezondsheidstoestand gedurende het afgeloopen jaar mag
worden besloten.
De verstrekking van breukbanden enz had in 1896 ten
behoeve van 458 personen plaats, terwijl de daarvoor ge
maakte kosten, die jaarlijks afwisselen, f 196 minder dan
het vorige jaar hebben bedragen.
Met opzicht tot de verpleging in het Ziekenhuis valt te
vermelden, dat, terwijl daarin op ultimo December 1895
nog 167 personen in verpleging waren gebleven, blijkens
de hier vorenstaande opgaven, in den loop des jaars, op
verklaring van onvermogen, werden opgenomen 2006 lijders,
welke 2173 personen, samen gedurende 70938 dagen zijn
verpleegd, alzoo 238 verpleegden en 9243 verpleegdagen
meer dan in 1895. Het aantal verpleegdagen door elkander
genomen bedroeg voor ieder ongeveer 322/3 dag.
Voor die verpleging worden, zooals bekend is, ingevolge
Raadsbesluit van 26 Augustus 1884, geen kosten meer
vergoed.
Van de genoemde 2173 verpleegden waren: