VERSLAG tan de Haagsche Maatschappij voor Kosthuizen over het jaar 1896. Bijlage 20 Evenals vorige jaren kan ook dit verslag aanvangen met de mededeeling, dat de uitkosten der exploitatie bevredigend kunnen worden genoemd. Het bezoek, zoowel van liet „Logement” als van de „Restauratie”, handhaaft zich ongeveer op dezelfde hoogte en valt blijvende vermeerdering daarvan niet waar te nemen. Integendeel kenmerkten zich de maanden October en November van het afgeloopen jaar door eene bijzondere slapte. Vooral het nachtlogies was, in vergelijking met vorige jaren, minder talrijk. Wellicht heeft de in die tijden binnen deze Gemeente, ge- heerscht hebbende werkeloosheid daartoe het hare bijgedragen. Het is aan Uw Bestuur, niettegenstaande de meest mogelijke zuinigheid en herhaalde besprekingen, zoowel in den boezem van het Bestuur als met den Directeur, nog niet mogen ge lukken om de tak Restauratie” meer winstgevend te maken. De aandacht van het Bestuur blijft echter bij voortduring op dat punt gevestigd. Voorzichtigheid dient daarbij evenwel te worden betracht, opdat niet de zuinigheid de wijsheid bedriege. De tak „Logement1’ levert dan ook nog steeds de voor naamste bron van inkomsten op en laat Uw Bestuur niets achterwege, wat het verblijf in het Kosthuis kan bevor deren. Aan een behoorlijk onderhoud van het Gebouw werd ook het vorige jaar de noodige zorg besteed en werden weder ver schillende verbeteringen en veranderingen aangebracht. Onder meer werd het geheele Gebouw gewit, terwijl tot het verven daarvan in beginsel besloten is; de dakbekleeding, werd gedeeltelijk vernieuwd; de fornuizen werden nagezien en hersteldop de bovenverdieping werd, door aantrekking

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 498