Bijlage 3 O No. 4. 1896. Totaal 21788 13856 f 1.653.258,95 4.563.206,21 Aantal inlagen in het boekjaar gedaan beneden één gulden Aantal inlagen van f 10 100 - 1000 4.162.840,94 400.365.27 496 8496 9785 2843 168 4.072.550.80 1.621.898,50 121.650,59 5.816.099,89 1 tot beneden 10 r - 100 - 1000 en hooger van het aantal inlagen in het boekjaar gedaan Aantal uitbetalingen aan inleggers idem Tegoed der inleggers aan het begin van het boekjaar Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar Hieronder niet op te nemen de rente die bij het te goed is gevoegd). Rente aan de inleggers toegekend a 3 pCt. (onver schillig of die rente is uitbetaald, dan wel bij het tegoed is gevoegd) OPGAVEN omtrent de Spaarbank der Maat schappij tot Nul van het Algemeen'’ te *s-Gravenhage, over het boekjaar Bedrag der uitbetalingen in het boekjaar (hieronder ook op te nemen de aan inleggers uitbetaalde rente) Tegoed der inleggers aan het einde van het boekjaar Bedrag van het reservefonds idem Overige crediteuren Geheel bedrag der waarden van de bank idem Is in het afgelopen jaar ook verandering gebracht in den rentetax? Neen. Zoo ja wat was aan het einde des boekjaars het bedrag van den rentetax, waarnaar aan de inleggers rente wordt toegekend? Is het kapitaal der bank geheel of ten deele geplaatst Neen. in eene andere spaarbank Zoo ja, tot welk bedrag aan het einde des boekjaars? en in welke spaarbank

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 516