33
- 10.205.604.40
- 10.158.100.-
en ontvangen voor boete wegens te late terugbetaling f 281.91.
De zuivere winst bedroeg f 12865.23’.
De rente der voorschotten bedroeg 7%, voor vervroegde terug
betaling werd 4% vergoed.
De rente der spaargelden was 3% ingaande daags na den inbreng.
De nieuwe wijze van winstverdeeling had ditmaal tengevolge,
dat terwijl de uitstaande vorderingen voor zooveel noodig weder
tot lager dan het nominaal in de balans werden opgenomen en
aan de leden 5,9% dividend uitgekeerdaan de voorschotnemers
14% der betaalde rente teruggegeven konde worden, zoodat
die rente voor de gewone voorschotten feitelijk daalde tot 6%
’s jaars.
„Het aandeel in de winst der leden en der voorschotnemers
was dus iets kleiner dan ten vorige jare, niettegenstaande de
gemaakte winst, ook met betrekking tot den aan vang der gedane
zaken iets grooter was.
Dit verschil was een gevolg van het ruime storten van in-
brenggelden (waardoor voor het reservefonds ruim f1450 meer
moest worden afgezonderd dan in 1895) veroorzaakt door het
toetreden van nieuwe leden, die dit blijkbaar alleen deden om
van hunne inbrenggelden eene hooge rente te trekken.
De leden, die anderen opwekten, tot toetreding uitsluitend met
dit doel, zullen nu ontwaren, dat zij daardoor hun eigen aandeel
in de winst der vereeniging noodeloos kleiner maakten.
Aangaande de ’s-Gravenhaagsche Hypotheekbank voor Neder
land, waaromtrent bij de vaststelling van dit verslag nog geen
volledige gegevens konden worden verstrekt, werd de Kamer mede
gedeeld, dat in 1896 werden afgesloten 203 leeningen tot
gezamenlijk bedrag van
daardoor klom het totaal bedrag der hypothe
caire vorderingen op den Sisten December 1896 tot
waartegen aan pandbrieven in circulatie
Daar in het laatst van het jaar het bedrag in circulatie zijnde
pandbrieven de som van 10 millioen overschreed, moest ter vol
doening aan de statuaire voorschriften ter meerdere zekerheid
van de pandbriefhouders, overgegaan worden tot uitgifte van de
2e serie van het maatschappelijke kapitaal, waarvan de helft voor
aandeelhouders a pari moest disponibel gesteld worden. Deze
helft werd aldus ten volle genomen.
De pandbriefverkoop was in de eerste maanden van het jaar
zeer ruim; later werd dit, onder deze invloed van diverse sto
ringen in den financiëelen toestand in ons werelddeel en Amerika,
ook onder deze druk van de conversie der Nederlandsche Staats
schuld, belangrijk minderdaardoor is het in dit jaar onder hy
potheek uitgezet kapitaal minder dan een vorig jaar.
Omtrent de plaatsing van de andere helft van de 2e serie van
het maatschappelijk kapitaal is nog geen vast besluit genomen.
een
f 1884.345.