Wely gevonden in den Asput van ik 6 Mev. 8 Memorie van de Personen welke geschildert zijn in het groot Famielle stuk van de Hr. Pieter Stalpert tan der H'iele en Maria tan Tibert in den jaare 1645 door de Schilder Mijtens benefi’ens de namen van haar twaalff Kinderen te Ten geschenke werden ontvangen van den Heer I) F. Scheurleer. Eene schilderij voorstellende: den Moord op den Araster- dainschen juwelier Jan van Wely, 5 Januari 1616. Gemerkt fecit Au 1639. Verder leest men op de schilderij ,Jan de la Vinge ende Jan van Parijs seer verstoort „Hebben in den Hagh Jan van de Wely Derrelyck vermoort A° 1616 den 16 Mei.” (Datum v. d. executie). Gelijktijdige bijzonderheden van dezen moord vindt men o. a. in het Dagboek van Constantijn Huygens, aangeteekend door zijn vader Christiaan. 1616 5 January. Van Wely door Jan Parys, camerlingh en la Vigne leelijck vermoort in 't huys van Zijne Excel lentie (Prins Maurits). 15 Maart, ’t Lyck van het Hoff. Jan Parys ende La Vigne gevangen. Bekennen eerst van t geit en daarnae, met torture, Parys ook de moort gedaen te hebben. 9 idem La Vigne sonder peynen. Onder r°. 2692 van den Inventaris bevindt zich in den historisch-topographischen atlas eene prent, welke veel over eenkomst heeft met de schilderij. Ten vorigen jare werd eene zeldzame gravure, voorstellende het portret van Jan van Parys aangekocht. Zie over deze zaak de Fonseca. 2e deel bl. 273, e. v., en Ising. in zijne Haagsche Schetsen. Nieuwe Bundel 1885. van den Heer F. A. A. Beudt, Rijksont vanger te Tiel. Een Familietafereel, gevende de portretten van Pieter Stalpert van der Wiele, zijne echtgenoote Maria van Tibert en hunne twaalf kinderen. Dit stuk is geschilderd door Johannes Mijtens, van wien een dergelijk familietafereel, voorstellende het gezin van Mr. Willem van den Kerckhoven, in het museum berust. (Zie no. 165 v. d. gedrukten catalogus). Eene bijgevoegde memorie geeft de vcdgende uitvoerige toelichting der voorgestelde personen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 560