71 een gedeelte der koplagen langs den Onder dagteekening van 21 Januari 1896 verleenden Dijkgraaf en Hoogheemraden van-Delfland de vergun ning voor den aanleg van den 25 M. breeden rij- en wandelweg, op en langs de zeewering te Scheveningen en tot het bouwen van een bekleedingsmuur met steen glooiing tot bescherming en voorziening van de zee wering en den weg tégen afslag. Het werk werd den 13den Februari openbaar aan besteed en. nadat door den Gemeenteraad in de vergadering van 27 Februari een crediet was toegestaan voor liet betalen aan den aannemer van eene premie bij eventueele vroegere oplevering van het werk tot eene aangewezen hoogte gegund aan B. W. de Blécourt voor een som van f478079. In verband met vervroegde oplevering werd den aan nemer eene premie van f50.000 toegekend. Den Sisten December was de muur op de laagste het ophalen van Ver-Hüeilweg het vernieuwen van grondplanken langs de bestrating in het Belgischepark: liet onderhouden van een gedeelte van het paardenpad langs den Scheveningscheweg en de Nieuweparklaan, door het opbrengen van fijne grind, en van het paar denpad langs den Badhuisweg, door het daarin verwerken van zwarten grond. Op het Rijswijkscheplein werd een verhoogd gedeelte met schelpen aangelegd. Nadat de beschikking was verkregen over de daarvoor bestemde sub A genoemde gronden, werd de verbreeding van den Bezuidenhoutscheweg tusschen de De-Car- pentierstraat en de Laan van Nieuw Oost-Indië tot stand gebracht. Tot herstelling van de schade aangericht door de stormen van 5 8 December 1895. in het vorige jaar verslag vermeld, werden van 4 Januari tot 2 Maart 1896 42300 M3 zand, als voorloopige maatregel tot behoud van den straatweg, langs het strand tusschen het Kur bans en de Kerkwerf en voorts 1800 M3 vóór de Ge denknaald gestort. De teen der zandaanstorting bij de Gedenknaald werd door op elkaar gestapelde lagen zandzakken versterkt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1896 | | pagina 77