112 Bij Raadsbesluit van 25 Mei werd afgewezen het verzoek van de ’s Gravenhaagsche Onderwijzersver- eeniging om wijziging van eenige artikelen der Veror dening voor de openbare scholen van Lager Onderwijs en wel in dien geest, dat aan de klasse-onderwijzers eenige invloed worde toegekend in de regeling der zaken van die school, waarin zij werkzaam zijn. Bij Raadsbesluit van 3 Augustus werd afgewezen het verzoek van 120 onderwijzeressen der 3de klasse in handwerken om verbetering barer positie, door verhooging van de aanvangsjaarweddevergrooting van de kans op en betere regeling van de bevor dering. Tevens werd besloten tot het doen geven van een cursus in Paedagogiek aan onderwijzeressen in hand werken, en werd bepaald, dat de onderwijzeressen in handweiken der 3de klasse, voor bet bezit van een diploma wegens het met vrucht gevolgd hebben van dien cursus, eene toelage zullen genieten van ƒ15.— ’sjaars voor elke school waaraan zij werkzaam zijn, mits zij ten minste 2 jaren in dienst der Gemeente zijn. De hierbedoelde cursus in Paedagogiek werd met 8 klassen geopend den Isten November 1897.125 leer lingen nemen deel aan het onderwijsdat gegeven wordt door de heeren F. Gediking, A. Mout, J. W. deJongh en H. Sasburg, Hoofden van scholen, J. F. Gouds waard, W. Koops en D. Brouwer, onderwijzers 1ste klasse aan openbare lagere scholen en mejuffrouw B. W. Cornelder, onderwijzeres aan den Gemeentelijken cursus tot opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen. De verordening op de heffing van schoolgeld werd twee malen gewijzigd; de eerste maal (29 April) om het schoolgeld op de burgerschool aan de Joan-Maet- suijckerstraat te bepalen op f 40.’sjaars, de tweede maal (3 Augustus) om het schoolgeld voor de laagste zeven klassen der burgerschool aan de Koningin- Ernmakade te bepalen op 40.’sjaars voor de leerlingen toetelaten na 30 September 1897, en dat voor de hoogste twee klassen dier school op f 48. ’s jaarseen en ander voor beide scholen met vermin-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 116