Bijlage 1 1 Overeenkomstig de bepaling van art. 7 van liet Reglement Uwer Excellentie het volgende medetedeelen Toestand van liet Gebouw-. a. b. Onderwijzend- en dienstpersoneel. Daarin is geene verandering gekomen. Leerlingen. c. Het schooljaar opende met een aantal van 312 leerlingen, van wie 180 vrouwelijke en 132 mannelijke. Zij werden ingedeeld in de volgende klassen: Wij meenen intusschen hier te moeten vermeldendat in plaats van den afgetreden burgemeester van ’s Gravenhage Mr. A. J. Hoest als lid der Commissie van Toezicht op de Koninklijke Muziekschoolingevolge art. 2 van het Koninklijk Besluit van den 7<l«n April 1826, n". 125, als zoodanig is opgetreden Jhr. Mr. B. Ph. de Beaufort, die zitting heeft ge nomen in de Vergadering der Commissie van den 6den November 1897. hebben wij de eer Het gebouw verkeert in goeden staat van onderhouddooi de uitbreiding in de laatste jaren aan de verschillende takken van onderwijs gegevenbegint zich echter gebrek aan ruimte te openbaren. Wij zijn er dus op bedacht maatregelen te be ramen, om in dit gebrek te voorzien. UITTREKSEL run hel verslag aan den Minister ran llinnenlandsehe Zaken over den slaat der Koninklijke Muziekschool in 1897.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 170