17 i J Ook kwamen klachten in over gebrekkige of geheel gemis van aansluiting op de gemeenteriolen van huizen op Duinoord en aan de Nassau-Odijkstraat. Uit het Slijkeinde beklaagden zich twee bewoners van per- ceelen naast slachthuizen gelegen, over den stank van mest en afval van geslachte dieren, alsmede over het geluid van opge stalde beesten. Bij een plaatselijk onderzoek werd bevonden, dat de toestand althans op dat oogenblik niet zoo slecht was als de klagers opgegeven hadden. De gebruikers van de per- ceelen waarover geklaagd werd, hadden voor het daarin uitge oefende bedrijf vergunning; der politie is verzocht na te gaan in hoeverre de klachten in het vervolg nog reden van bestaan hebben. Voor verschillende klachten over rioolstank en slecht drink water moesten de klagers bij het locaal onderzoek naar de eigenaren van de perceelen verwezen worden als zijnde dezen verplicht het huis in bewoonbaren staat te onderhouden. Door eenige bewoners van den Bezuidenhout werd de hulp der Vereeniging ingeroepen om verbetering te krijgen in den ondragelijken toestand van de slooten en poelen rondom de in aanbouw zijnde kerk en stichting aldaar. Bij den bouw van de kerk was het afloopen van het water van de slooten langs den Bezuidenhout gestremd door het inwerpen van allerlei vuil en rommel, waardoor vooral op warme dagen zeer onaangename uitwasemingen opstegen. Uit inlichtingen van het bestuur van den Veen- en Binkhorstpolder bleek, dat dit bestuur reeds lang vergunning voor het dempen van de slooten had gegeven en dat het thans op den weg van Burgemeester en Wethouders van 's Gravenhage lag om bij de bouwondernemers op verbete ring van de afwatering of volledige demping aan te dringen. Het bestuur heeft zich daarop tot het Gemeentebestuur gewend met verzoek om in den toestand te voorzien. Aan het einde van het jaar heeft de gewenschte demping echter pas plaatsgehad. De toestand van het riool in het Hofje in de Lage-Nieuw- straat, waarover in het voorgaande jaarverslag gehandeld wordt is door de zorgen van het Gemeentebestuur veel verbeterd. Aan den hygiënische» toestand van de woningen in dat hofje ont breekt echter nog zeer veel. Eene opmerking over het vegen en besproeien van de straten wat niet altijd op oordeelkundige wijze plaats heeft, werd ter kennis gebracht van den Directeur van de Gemeentereiniging die zich gaarne bereid verklaarde daaromtrent de noodige orders te geven. Aan verschillende stadgenooten werden circulaires gezonden voor opwekking tot deelneming aan de vereeniging door het toetreden als contribueerend lid. De rondzending had het gevolg dat 69 personen als contribueerend lid toetraden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 225