Bijlage 1. 17 Afschrift. Haar/, 31 October 1897. de Tweede Kamer der Stalen-Generaal. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: het Bestuurder Vereeniging tot verbetering van den Gezondheidstoestand te ’s-Gravenhage dat in de algemeene Vergadering van die vereeniging, ge houden op 22 September jl., werd besloten, dat het Bestuur een adres aan de volksvertegenwoordiging zoude ontwerpen en de ingezetenen van ’s-Gravenhage in de gelegenheid stellen dat adres te onderteekenen dat aan dit besluit gevolg is gegeven en het Bestuur thans de eer heeft Uwe Kamer hierbij een adres, voorzien van 8710 handteekeningenaan te bieden; dat het intusschen gewenscht voorkomt hierbij aan Uwe ver gadering op te merkendat sedert met bijzondere voldoening is ontwaardhoezeer ook de Hooge Regeering doordrongen is van het groote algemeen belang, in bedoeld adres besproken, "door de benoeming eener staatscommissie met de opdracht te «onderzoeken, welke maatregelen behooren te worden genomen «ter voorkoming van voor de volksgezondheid schadelijke ver- "Ontreiniging der openbare wateren"; dat de adressanten, haar daarvoor diepgevoelden dank en oprechte hulde brengende, zich vleien met de hoop, dat ineen niet al te ver verwijderd verschiet het zoo zeer gewenschte resultaat moge worden bereikt; dat dan ook, indien de Algemeene Vergadering op 22 Sep tember jl. met het voornemen der Regeering bekend ware ge weest geene of althans minder aanleiding bestaan zou hebben om een adres van zoo verre strekking als het hierbij gevoegde aan Uwe Kamer in te dienen en het zich vermoedelijk bepaald zon hebben tot hetgeen speciaal voor de Residentie van zoo urgent belang is te achten; dat echter nu het adres reeds van duizende handteekeningen voorzien was, toen het verblijdend Koninklijk Besluit van 18 dezer bekend werd, het Bestuur der genoemde vereeniging gemeend heeft verplicht te zijn nogtans uitvoering te geven aan de hem gedane opdracht, al bleek ook na de benoeming der Staatscommissie dat velen het onnoodig rekenden het adres nog te onderteekeneneene meeningdie ongetwijfeld oorzaak

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 227