17 het water, dat aan de grens der Gemeente binnenstroomt, is dikwijls even vervuild als dat der grachten zelve. Dat dus de Rijksregeering alleen de macht heeft in deze gewichtige zaak radikale genezing aan te brengen door den tot nog toe bijna onbelemmerden afvoer van vuil naar de openbare wateren te verbieden. Dat echter, volgens innige overtuiging van requestranten, door samenwerking van de Hoogheemraadschappen van Delfland en Schieland met het Gemeentebestuur van ’s-Gravenhege reeds groote verbetering zou kunnen worden aangebracht, waarop het als Bijlage A hierbij gevoegd adres aan de Provinciale Staten van Zuid-Holland betrekking heeft. Dat zij in het voorbijgaan er op wijzen datnadat op 1°. October jl. met de zoogenaamde winterspuiing was aangevan gen, in den afgrijsel ijken toestand van de stadsgrachten eene aanmerkelijke verbetering geconstateerd werd. Dat ook vorige jaren in het begin der maand October, on middellijk na de sluiting van het badseizoen te Scheveningen eene groote verbetering van het grachtwater werd waargenomen zoodat volgens bescheiden meening van requestranten hier niet aan louter toeval kan worden gedacht en zij zich de vraag veroorloven of nog langer de gezondheid van de bevolking eener groote stad mag worden opgeofferd aan de belangen van het Zeebad Scheveningen. Dat behalve de gezondheid ook het levensgenot der ingeze tenen door deze walgelijke uitdampingen in ernstig gevaar zijnterwijl de welvaart der stad op den duur daarvan de treurige gevolgen moet ondervinden. Nu reeds staat de gemeente ’s-Gravenhage, vroeger als het schoonste dorp van Europa geroemdbij landgenoot en vreemdeling om zijn vieze grachten als de meest stinkende stad bekend, waardoor menigeen de schoone residentie mijdt. Dat ondergeteekenden zeer wel beseftendat een wetwaarbij het vervuilen der openbare wateren in ons land verboden wordt eene ver dragende strekking heeft en dat de bevrediging van dien wensch wellicht groote iinanciëele offers zal vorderen. Andere groote belangen op hygiënisch gebiedzooals het woning vraagstuk en de eisch van goed drinkwater, vragen zeker even eens uwe aandacht en zullen evenzeer zware geldelijke offers eischen. Waar echter de meest gewichtige belangen, verband houdende met de volksgezondheid, zoo lang stiefmoederlijk zijn behandeldis het geen wonder dat zoovele dringende behoeften alle te gelijk om bevrediging vragendoch dit mag geen reden van uitstel zijn waar het waarachtig belang van allen daarmede zoo nauw samenhangt. Redenen waarom zij met den meesten eerbied Uwe Hooge Vergadering verzoeken dit voor hunne gemeente en voor het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 232