18
HOOFDSTUK VII.
145
3.831 lichten.
V
u
Zoodat aanwezig zijn
waarvan in den winter niet werden ontstoken
1
1
204
1896 werden op 1 Januari 1897
3.683 lichten.
4.034 lichten.
203
met trompetglazen.
met hoedjes en gaatjesglazen (Normallicht Loch-
cylinder).
model 0 ’94, kommen van gewoon glas.
van holophaneglas.
met cylinderglazen
j of gaatjesglazen.
van een daglicht (aan
voorzien, uitgenomen 14 groepenbranders met 3
pitten, die door ééne aansteekvlam worden ontstoken.
In 1897 is het aantal gasgloeilichtbranders met 296 stuks
uitgebreid, het aantal pitten met 307. Van deze brandde er in
den winter 1 te Seheveningen. In den zomer waren te Scheve-
ningen bovendien nog 25 gasgloeilichtbranders opgesteldwelke
aan het einde van het badseizoen werden afgenomen.
Deze branders zijn geleverd met rechte cylinderglazen en
volgens model C' 94. Zij zijn ingekocht bij de Nederlandsche
Gasgloeilicht-Maatschappij de Kindermann’s Gasgloeilicht-Maat
schappij en de Verlichting-Maatschappij "Meteor». Verder leverde
de firma A. M. de Blauw en Uo. een paar branders, model
Helios.
De branders, model C ’94, waarbij kommen van holophaneglas,
zijn geplaatst in ronde lantaarns, zoogenaamd schaduwlooze
van Ritter, voorzien van convexe reflectors.
De overige branders zijn, met hoedjes en gaatjesglazen
244
78
14 groepenbranders, elk met 2 pitt
19 c"-- 11
Publieke Verlichting.
Blijkens het verslag over
ontstoken
Van de lantaarns behoorende tot de zomerver-
lichting te Seheveningen werden ontstoken:
in Maart in het Belgische Park
in Mei in het Belgische Park
bij de opening van het badseizoen
In den loop van 1897 werd de verlichting uit
gebreid met
Op 31 December was dus het aantal.
Onder dit cijfer zijn begrepen 947 gasgloeilichten met 1002
pitten en wel:
221 branders met cylinderglazen.
240
130
model 0 ’94kommen
ten
19 elk met 3 pitten
1 met 4 pitten
Alle branders zijn, elke pit voor zich,
steekvlam)