19 houden ran t adressante voorstelde art. 11 wijzigen. Aan verscheidene scholen worden reeds nu vergaderingen gehouden, maar om de verplichting is het adressante te doen en juist die verplichting achtte onze Commissie een overwegend bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek. Het advies der Commissie te dier zake luidde aldus: „Het houden van schoolvergaderingen kan zijn nut hebben. „Er zijn tal van zakendie gemakkelijker en spoediger „besproken worden in eene vergadering dan in gesprekken „met de klasse-onderwijzers afzonderlijk en eene derge- „lijke gemeenschappelijke bespreking kan goede vruchten „dragen. Daarbij moet men zich natuurlijk onthouden van „zulke zakenwaarvan de regeling bij de wet uitdrukkelijk „aan het Hoofd is opgedragen (zie art. 21 der wet). Maar „zulk eene vergadering moet zich ook onthouden van stem- „ming en mag geenc besluiten nemendie de regeling der „school betreffen, want volgens de wet heeft het Hoofd „het bestuur der school. „Het houden eener vergadering onderstelt dus eene goede „harmonie tusschen Hoofd en onderwijzers en veel tact bij „het Hoofd, dat natuurlijk de leiding der vergadering heeft. „Indien men op zulk eene vergadering stemming wilde „toelaten, dan zou het Hoofd toch bevoegd blijven om aan „de genomen besluiten geene uitvoering te geven, en het „valt zeer te betwijfelen of daardoor de goede verstand- „houding zoude worden bevorderd. „Indien dus geene besluiten mogen worden genomen, „waartoe zoude het dan dienen de vergaderingen verplicht „te maken en uitvoerige notulen te doen houden? „Men zou er alleen door bereiken, dat ook de Hoofden „die geene voorstanders van vergaderingen zijntegen hun „zin gedwongen werden daartoe over te gaan; van zulk „een dwang is niet veel heil te verwachten. „10, 11, 29 en 30 der Verordening voor de openbare „scholen van lager onderwijs der gemeente’s-Gravenhage, „en wel in dien geest, dat behalve ’t Hoofd der school „ook den klasse-onderwijzers eenige invloed worde toege- „kend in de regeling der zaken van die schoolwaar zij „werkzaam zijn”. Gelijk men weet was het hoofdpunt der questie, het verplichte schoolvergaderingen, in welken geest 11 van genoemde verordening te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 302