19 daarbij heerschte er de grootste ongelijkheid in den vorm der berichten wat betrof cijfers en qnalificatie. Ook hierin is op advies van onze Commissie door Burgemeester en Wethouders groote verbetering en éénheid aangebracht en wel door de bepaling van artikel 8luidende „het Hoofd „der school beeft lijsten der schoolgaande kinderen voor standen en doet daarop aanteekening houden betrekkelijk „gedrag, vlijt, vorderingen en schoolverzuim; deze lijsten „zijn ingericht naar het door den Wethouder vast te stellen „model en worden aan dezen, op de eerste aanvraag, door „het Hoofd toegezonden. Hij richt, naar aanleiding van de „gehouden aanteekeningen, schriftelijk en mondeling zoo danige opmerkingen, als hij noodigoordeelt, tot de ouders „of verzorgers. Deze ontvangen aangaande gedragvlijt ot „vorderingen en schoolverzuim schriftelijk van het Hoofd be- „richt in den door den Wethouder vast te stellen vorm, en wel: „wat betreft de burgerscholen driemaandelijksomtrent alle „op de school toegelaten leerlingen; wat betreft de koste- „looze en de tusschenseholen driemaandelijks, omtrent de „leerlingen van de hoogste drie leerjarenen van de overige „leerlingen dan, wanneer gedrag, vlijt, vorderingen of „schoolbezoek, onvoldoende zijn. Wanneer een leerling van „eene openbare lagere school naar eene andere openbare „lagere school overgaat, wordt het biervoren bedoelde be- richt door het Hoofd van eerstbedoelde school aan het „Hoofd van laatstbedoelde school, op diens aanvrage on- „middellijk toegezonden”. Voor de burgerscholen en voor de tusschen- en kostelooze scholen, werden ook weder in overleg met onze Commissie, door den Wethouder de onderstaande modellen vastge steld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 308