19 Als nieuwe leden mochten wij voordragen hierin een geschikte leiddraad en wegwijzer te bezitten wanneer zij liet op schoolgeleerde zelfstandig in praktijk gaan brengen. Natuurlijk neemt dit niet weg dat, na afloop van elk leerjaar, het in dien tijd afgewerkte, mede naar huis kan genomen wordenom dit aan de ouders te toonen onder verstand evenwel van alles weder ter bewaring te geven in de schooltot aan het einde van den gebeden schooltijd. Aangezien de gelegenheid tot berging op de eene school veel beter is dan op de andere, vertrouwen wij dat hierin op aanvrage der schoolhoofden van gemeentewege zeker zal worden voorzien Wat de qrnndslofl'en bij het onderwijs in de nuttige hand werken betreft, die thans bij aanneming geleverd worden konden zij niet overal tevreden zijn over de kwaliteit en doelmatigheid. Op sommige scholen vinden wij beide vol doende, op andere niet. Bij onderzoek bleek ons, dat eenige onderwijzeressen, niet volkomen de noodzakclijkgeid i iziende om voor ieder deel van het vak de daarvoor aangewezen grondstof te gebruiken, eenvoudig hadden aangenomen wat haar toegezonden was. Andere meer oordeelkundig te werk gaande, hadden geëischten gekregen. Wij vertrouwen dat onze opmerkingen hieromtrent wel zullen ter harte genomen worden. De samenstelling van ons Comité onderging eenige ver andering. Zeer tot ons leedwezen wenschten de Dames Mevrouw de Marez Oijensvon Weckerliu, Mevrouw GaadeVleijsman en Mevrouw Mulder— Heemskerk ont slagen te worden als leden van het Comité. Onze geachte vice presidente Mevrouw de Douairière Jhr. Mr. J. H. .1. de Jongede Koek, voornemens zijnde voor geruime» tijd naar het buitenland te gaanmeende eveneens hiertoe te moeten overgaan. Zij heeft evenwel toegegeven aan het dringend verzoek van het Comitéom vooralsnog aan haar voornemen geen gevolg te geven, en dit te meer, omdat hare grootc bé langstelling in dit vak van onderwijs haar later weder gaarne zal doen deelnemen aan ons werk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 323