Letter B. 19 f 200.— a f 225.— I erslag omtrent den toestand der Gemeentelijke Bewaarscholen in hel jaar 1897. I. Algemeene Opmerkingen. De Commissie bezoekt geregeld de verschillende scholen, doorgaans elke week èéne school. Meer bijzonder werd de aandacht der Hoofden van scholen gevestigd op een aanschouwiugsonderwijs, waarbij elk kind een voorwerp in handen heeft en de zelfwerk zaamheid der leerlingen wordt bevorderd; een volgendjaar hoopt ze nog meer in deze richting te kunnen doen. Overigens woonde ze de lessen bij. die volgens den rooster aan de orde waren. In eenige scholen zag ze gunstige resultaten van het boetseeren in pijpaarde. Over het geheel kreeg de Commissie den indrukdat de onderwijzeressen met ijver en opgewektheid bun taak vervullen. II. Onderwijzend personeel. Bijlage I geeft inlichtingen omtrent de namenden rang en de bezoldiging van 't onderwijzend personeel. Alle hoofden betuigen in de verslagen hunne tevredenheid over het gedrag en de geschiktheid van het personeel, en de Commissie vindt dat oordeel over ’t geheel juist. Uit die verslagen blijkt dat gedurende 1897 nog al onderwijzeressen ongesteld waren, en sommige daardoor geruimen tijd hun taak niet konden vervullen. De oorzaak zal we! voor een groot deel liggen in het vermoeiende van den werkkring, maar misschien ook eenigszins aan de talrijke examens, die ongunstig op het zenuwgestel werken. De Commissie zal daarom onderzoeken of de examens bij bevordering niet in aantal beperkt kunnen worden. Mutation kwamen slechts in dc lagere rangen voor, eu van bevordering was dus in de hoogere geen sprake. Als in het vorig verslag acht de Commissie zich ver plicht te wijzen op den ünantiëel ongunstiger! toestand waarin het personeel verkeert, en de weinige vooruit zichten die het heeft.. Aan elke school is slechts 1 onder wijzeres met f500.1 met f 400.en 1 met ƒ300. traktement; de overige 3 aan elke school genieten slechts

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 325