22 i. 2. 1'. 2». M. J. Koelewijn leeraar aan liet gymnasium te Leeuwarden H. Tonkes, leeraar aan de Hoogere Burgerschool, te Arnhem. t! 2500 1800 500 werdop verzoekeervol ontslag verleend bij Raadsbesluit van 12 Juli 1897, met ingang van 1 September daaraanvolgende. 'Per vervulling van deze vacature boden wij Uwen Raad de volgende aanbevelingslijst aan van twijfel omtrent dit laatste punt, de den rector worde gevolgdbehoudens beroep op dat die vergunning wordt verleend tot wederopzegging; dat Dr. Pareau aansprakelijk blijve voor alle handelingen tengevolge Eerstgenoemde werd tot leeraar in genoemde vakken benoemd bij Raadsbesluit van 3 Augustus 1897op eene jaarwedde van 2.200. Het ingaan van die benoeming, aanvankelijk door Burgemeester en Wethouders bepaald op 1 October 1897, werd daarna nader vastgesteld op 1 September 1897. Bij Raadsbesluit van 21 December 1897 werden, op grond van de desbetreffende bepalingen der verordening, met ingang van 1 Januari 1898 de jaarwedden van nagenoemde leeraren verhoogdals volgt Dr. A. W. Timmerman van 2250 tot 2500 A. Sunier 2500 2700 Dr. J. F. van Bemmelen 1800 2000 Dr. A. C. Duker n 500 550 van de vergunning door de heeren te Boekhorst en de Josselin de Jong te verrichten 4°. dat in geval beslissing van curatoren Op ons voorstel werd bij Raadsbesluit van 16 Maart 1897 aan den leeraar Dr. A. II. Pareau vergunning verleend, om in zijne vrije uren, ten dienste van wetenschappelijke onder zoekingen gebruik te maken van het scheikundig laboratorium van het gymnasium en van de daarin aanwezige toestellen en zich bij zijne onderzoekingen te doen bijstaan door de heeren C. J. te Boekhorst en Dr. R. de Josselin de Jong, en zulks onder de volgende voor waarden 3". dat, ingeval van botsing tusschen de eischen van de, tengevolge van de vergunning, te verrichten werkzaamheden en de belangen van het gymnasium tot welke in de groote vacantie vooral ook de jaarlijksche schoonmaak van het gebouw behoort deze laatsten zullen voorgaan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 450