Bijlage 25 Getrouw aan de verplichting welke het Reglement oplegt, heeft de Raad van Bestuur wederom de eer hierbij een beknopt verslag aan te bieden van den toestand der Aca demie gedurende het afgeloopen leerjaar. Mocht in het vorige overzicht met voldoening vermeld worden, dat de avondcursus nog nimmer zulk een aantal leerlingen had geteldhet cijfer dat in den afgeloopen cursus bereikt werd, overtreft nog met 21 dat van het vorige jaar en klimt tot 727 leerlingen. Het was een hoogst moeilijke taakde beschikbare ruimte zoodanig in te richtendat men al die leerlingen behoorlijk onderwijs kon verschaffenen het behoeft geen nader betoogdat zoowel uit een pedagogisch als hygiënisch oogpunt het ophoopen van leerlingen in te kleine ruimten bet geven van goed en degelijk onderwijs belemmert. Doch nu de toegezegde verbouwing van de concierge-woning heeft plaats gehad en de Academie in het bezit gekomen is van twee uitmuntende lokalen, waarin ruim een honderdtal leerlingen kunnen geplaatst wordentreedt de Raad den nieuwen wintercuisus met gerustheid in. Blijft het steeds wassend aantal leerlingen gelijken tred houden met de zich jaarlijks uitbreidende gemeente, dan zal zich ook binnen enkele jareu op nieuw een noodkreet doen hoorendoch voorloopig erkent de Raadmet groote dankbaarheid jegens het stedelijk bestuur, dat de Academie flink en degelijk geholpen is. Een der mannen, die de Haagsche Academiejarenlang met raad en daad bijstondontviel haar in den loop van het nu afgesloten leerjaar. Dr. L. R. Beunen, die van October 1875 tot October 1889 het voorzitterschap bekleedde, ontsliep op 14 April 1897. De Haagsche Academie, die zoolang het groote voorrecht genoot, den welsprekenden man aan haar hoofd te zienbewaart te goede en te heerlijke herinneringen aan hetgeen hij tot nut en luister der door hem geliefde instelling heeft gewrocht, om zijne ACHT EN DERTIGSTE VERSLAG van den slaat der Academie van lieeldende Kunsten te ’s dra ven hage over 18961897.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 463