25 nagedachtenis niet in hooge eer te houden. Wie zich de viering van het tweehonderdjarig bestaan der Academie op 25 Mei 1882 voor den geest brengt, heeft ook gewis nog de schitterende feestrede in het geheugen bewaard waarmede Dr. Beunen toen allen in vervoering bracht. Trouwens, lang vóór de begaafde spreker in bet bestuur der Academie getreden was, had reeds menigmaal op de openbare prijsuitdeeling zijne bezielende taal jong en oud uit de alledaagsche werkelijkheid naar het ideaal van het schoone gevoerd. Reeds in 1847 huldigde Dr. Beunen, als spreker bij de toenmalige Prijsuitdeeling, in eene schitterende rede Rembrandt en zijne kunst en wekte daarbij op tot het schenken eener bijdrage voor het oprichten van een standbeeldwaarvan het model in het Academie gebouw bezichtigd kon worden. Toen in 1889 de gezondheidstoestand van Dr. Beunen wankelend werd en de verzwakte grijsaard het voorzitter schap wenschte neer te leggen, benoemde de Raad van Bestuur hem tot eere-voorzitterwelke onderscheiding dc waardige man tot zijnen dood behouden heeft. Het leeraarspersoneel moest tengevolge van de sterk aangroeiende klassen uitgebreid worden, zoodat de heeren F. E. Elsen en Ch. Steffens, oud leerlingen der Academie en in het bezit der acte M1 M. O., met 1 October 1896 als leeraar optraden. Door verscheidene jeugdige bloemisten en tuiniers werd op nieuw aanzoek gedaan om onderwijs in tuinbouwkunde te ontvangen. De Raad stelde van zijn kant velerlei pogingen in het werk om een vakman te vinden, die geschikt en bereid zoude zijn om een cursus in tuinbouwkunde te geven. Men is daarin ten slotte geslaagdzoodat van 1 October 1897 af de heer P. Westbroek zich voor a. s. tuinlieden met een dergehjken cursus belasten zal. Moge deze cursus even spoedig in bloei toenemen als die in het werktuigkundig teekenenwelke onder leiding van den leeraar J. J. de Jong in bloeienden staat verkeerde en door een twintigtal aanstaande machinistensmeden en bankwerkers bezocht werd. Genoemde heer de Jong aanvaardde echter eene winst gevende betrekking naar Nederlandsch lndië, zoodat in zijne plaats, met ingang van 1 October 1897, benoemd is de heer H. L. J. Kooper.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 464