I
25
Behalve de reeds vermelde wijzigingen in het leeraars-
personeel. verzocht ook de heer 1’. L. Wijxdels de JoxGn,
die naar Amsterdam vertrok, met 1 October 1897 zijn
ontslag als leeraar in het bouwkundig teekeuen. In zijne
plaats werden in de Aid. A. en E. benoemd de heeren
A. Booms, M. C Westk, M. he Wh.de on J Boel.
Wat overigens de belangstelling en den geldelijken steun
onzer stadgenooten betreft, indien de Raad van Bestuur
niet zulk eene krachtige hulp van gemeentewege ontving,
zou die steeds zwakker wordende tegemoetkoming der wel-
gestelden weinig baten. En al mogen de subsidiën, welke
Amsterdam, Rotterdam, Arnhem en andere plaatsen aan
dergelijke onmisbare instellingen als eene uitgebreide teeken-
school is, toekennen, veel booger zijn dan de bijdrage,
welke de gemeente ’s Gravenhage verleent zoo lang het
den Raad van Bestuur mogelijk is, met de toepassing der
uiterste zuinigheid de uitgaven binnen het cijfer der inkomsten
te beperken, zal van zijne zijde geen noodkreet om hoogere
bijdrage gehoord worden. In het afgeloopen jaren traden 2
nieuwe leden toe, ontvielen er 11 door den dood en ont
trokken zich 4 om verschillende redenen, zoodat het aantal
nu 125 bedraagt.
In den afgeloopen wintercursus klom het gezamenlijk
aantal leerlingen tot 727. Met uitzon lering van 21 leer
lingen die voor re kening van leden het onderwijs genoten
en van 33 behoeftigen, die gratis werden toegelateuwerd
van allen, naar mate de klassen waarin zij plaats namen,
hooger of lager schoolgeld geheven. De ervaring leert, dat
kosteloos onderwijs door den leerling en zijne ouders niet
zoo gewaardeerd wordt, dan wanneer het een geldelijk
offer kost om dat onderwijs deelachtig te worden. De Raad
laat zich dan ook niet door een bewijs van onvermogen of
dergelijke makkelijk te verkrijgen verklaringen, tot het uit
reiken van eene gratiskaart overhalen, maar onderzoekt
zooveel mogelijk, in het belang van ouders en leerling,
elke aanvraag om kosteloos onderwijs.
Bloeiend en zich steeds uitbreidend was de dagcursus
voor vrouwelijke en mannelijke leerlingen, zoo in bet schil
deren naar stilleven, gekleed en naakt model, als in de
gezamenlijke vakken, welke voor het examen M. O. 1 en
2 vereischt worden. In de schilderklasse blijft het aantal
vrouwelijke leerlingen dat der mannelijke steeds zeer over-