Bijlage 24 ’s-Gbavenhage, 9 Maart 1898. geld Ter voldoening aan het voorschrift, vervat in art. 26 der Verordening van 13 October 1880, (Verz. n°. 506), heeft het Burgerlijk Armbestuur de eer den Gemeenteraad het navolgende verslag aan te bieden, betreffende zijne verrichtingen in het afgeloopen dienstjaar 1897. Bij den aanvang zijner mededeelingen vermeent het Armbe stuur in herinnering te moeten brengen, dat de Commissie aan wie deze tak van beheer is opgedragenin de Raadsvergadering van 7 September 1897 de eer genoot eener herbenoeming: ter wijl de heer Wethouder Jhr. P. O. H. Gevaerts van Simonshaven, zich wel weder met het Voorzitterschap heeft willen belasten. Wat het personeel der ambtenaren betreft zij vermelddat de heer J. F. Carriere, sedert 1 Januari 1891. als adjunct- Secretaris werkzaam zich verplicht heeft gezien ten gevolge huiselijke omstandighedendie hem tot eene vestiging buiten ’s lands noodzaakten een eervol ontslag uit zijne betrekking aan te vragen, dat hem bij Raadsbesluit van 28 September 1897 met ingang van 1 November daaraanvolgende verleend werd; terwijl te zijner vervanging, met dat tijdstip, bij Raadsbesluit van 19 October 1897tot adjunct Secretaris is benoemd geworden, de heer J. van Nassau, tot dusver Inspecteur van Politie alhier. Met opzicht tot den algemeenen toestand van het Armwezen der Gemeente vermeent het Burgerlijk Armbestuur te mogen verklarendat die niet ongunstig mag worden genoemdzooals onder meer, eenigermate kan blijken uit de hier later volgende opgaven, die, ofschoon wat het zielental der bedeelden betreft een eenigszins hooger cijfer voor 1897 aanwijzende, de onder- standskosten slechts in geringe mate deed stijgen; terwijl, ondanks de belangrijk hoogere kosten voor geneeskundigen onderstand, het totaal der uitgaven in het algemeen, beneden de aanvankelijke raming is gebleven. Tot de gewone vermelding van eenige bijzonderheden over gaande, vestigt het Burgerlijk Armbestuur de aandacht op het navolgende Bij de eerste uitdeeling in Januari 1897 wees de lijst der bedeelden te ’s-Gravenhage een cijfer aan van 616 gezinnen, uitmakende 1816 personen, te zamen bedeeld met f514.50 in geld eu 447 brooden. Te Scheveningen beliep dat een cijfer

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 480