24
Bovendien waren in geneeskundigen onderstand voor rekening
der Gemeente opgenomen
47 verpleegden in liet Oude-liedenhuis der Israël, gemeente
gelegen in de 3de onderstandswijk29 verpleegden in het
Israël, weeshuis, gelegen in de 2de onderstandswijk en 851 ver
pleegden in het Gemeentebestedelinghuisin het oude-lieden-en
in het weeshuis der R.-K. gemeente en in het Evang Ltithersch
weeshuis, welke gestichten zijn gelegen in de 8ste onderstands
wijk; terwijl ingevolge de hiervoren vermelde vergunning sedert
1 Augustus 1895 kosteloos geneesmiddelen uit de Gemeente-
apotheek zijn verstrekt geworden ten behoeve van sommige
verpleegden in de Diaconiegestiehten der Ned. II erv. Gemeente
bedragende het aantal daartoe in geneeskundigen onderstand
opgenomen
201 iu de Oudelieden-gestichten en 295 in bet Weeshuis.
Eene vergelijking' dezer opgave niet die over 1896 geeft,
met opzicht tot de in de 8 eerste geneeskundige afdeelingen in
doorloopenden geneeskundigen onderstand opgenomen personen
in 1897 een lager cijfer aan van 74 gezinnen en van 167 per
sonen (leden des gezins beneden de 18 jaari; terwijl het totaal
cijfer der verpleegden in gestichten die dien onderstand genoten
volgens de met 1 Januari 1895 vernieuwde en met zorg bijgehouden
registers 927 heeft bedragen, benevens 496 verpleegden in de
Diaconiegestiehten der Ned. Herv. gemeente.
Bij het eenigszins lager cijfer der in doorloopenden genees
kundigen onderstand opgenomen gezinnen en personen, bedroeg het
aantal uitgereikte ziekenbriefjes, die persoonlijk en niet langer
dan eene maand geldig zijn, in de acht eerste onderstands-
wijken 2765 en in de 9de onderstandswijk, waarin Scheveningen
is gelegen en alwaar uitsluitend ziekenbriefjes zijn verstrekt,
281 meer dan gedurende 1896.
De verstrekking van breukbanden enz. had in 1897 ten be
hoeve van 437 personen plaats, terwijl de daarvoor gemaakte
kosten, die jaarlijks afwisselen, 25.10 meer dan het vorige
jaar hebben bedragen.
Met opzicht tot de verpleging in het Ziekenhuis valt te ver
melden, dat, terwijl daarin op ultimo December 1896 nog 197
personen in verpleging waren gebleven, blijkens de hier voren
staande opgaven, in den loop des jaars, op verklaring van
onvermogen, werden opgenomen 2194 lijders, welke 2391 per
sonen, samen gedurende 82259 dagen zijn verpleegd, alzoo
218 verpleegden en 11321 verpleegdagen meer dan in 1896.
Het aantal verpleegdagen door elkander genomen bedroeg voor
ieder ongeveer 34| dag.
Voor die verpleging worden, zooals bekend is, ingevolge
Raadsbesluit van 26 Augustus 1884, geen kosten meer vergoed.
Van de genoemde 2391 verpleegden waren;