I
50
f
I
Meer Minder
dan in 1896.
109 d. i. 109
2161
1125
262
116
30
15
7
3
1
3829
Van beneden
1-
2.25
5.50
11.—
21.—
31.—
51.—
105.—
205.—
Dit verschil liet zich verdeelen als volgt:
n
1
tt
H
1
tt
tt
tt
U
tt
tt
tt
88
98
4
4
3
5
1
2.—
5.—
10.—
20.—
30.—
50.—
- 100.—
- 200.—
- 300.—
i Zilveren.
1.88 pet.
2.07
2.25
geschreven aan
der pandbriefjes dezer Dank door de pandgevers in huizen van
verkoop met recht van wederinkoop.
De nadeelen die de pandgevers zich hierdoor berokkenen
kwamen thans meer dan vroeger aan den dag.
Herhaaldelijk vervoegden zich pandgevers aan de Bank om
hnnne briefjes als -verloren» aan te geven. In werkelijkheid
echter bleek, dat die briefjes beleend waren in clandestine
banken, aldaar in het ongereede geraakt en de pandgevers een
voudig zonder verhaal waren afgewezen.
Bovendien de rente die door de verkoophuizen op die belee-
ningen zonder risico, wordt geheven grenst aan het ongeloofelijke.
O. m. op een beleenbriefje dezer Bank waarop /'1.50 als be
leensom stond vermelddat hen ter beleening werd aangeboden
kon men 35 ets. voorschot krijgen, doch moest hiervoor bij
wekelijksche herhaling 5 ets. per week en bij maandelijksche
10 ets. per maand betalen.
Door de vermindering der beleeningen daalde van zelve het
SALDO DER AANWEZIGE PANDEN.
Dit jaar ving aan met een saldo van 47253 panden ad 231072.05
en eindigde met een getal van 43190 ad 221460.alzoo
eene daling van 4063 panden en 9612.05 aan voorgeschoten
kapitaal.
Gezamenlijk
1.75 pet.
1.91
2.06
Deze percentsgewijze vermeerdering kan slechts worden toe-
het hand over hand toenemen van het beleenen
2
1
3Ï4~
1
Meer 313
Van bet aantal der in dezelfde maanden beleende panden, is
hetyverkocht gedeelte geweest voor de
Gouden en
in 1895
1896 1
1897
Linnen en Wollen.
1.63 pet.
1.75
1.90 -
tot en met
tt tt tt
tt