55 I per schuit 766.23, zijnde 17.90 meer dan in 1896, alzoo geen noemenswaardig verschil opleverende bij het zeer ongun stige vorige jaar. Tot half' Maart werd er weinig of niets be- somd; het weer was zeer ongelijkmatig; dan te veel en dan te weinig wind. Tegen half April kwam er een vrij gunstige vangst van tongen, die tegen half Mei weder ophield de prijzen dier fijnere vischsoort daalden hierdoor tot 30 cent per stuk. Daarentegen werd op de kust zeer weinig z. g. binnenlek kleinschol gevangendie anders nog al eens ten goede komt aan de besommingen. De z. g. vrouwenvischtegenwoordig vrij algemeen in publieken afslag komende, bracht op 8034.55 of 544.50 minder dan in 1896; ook hierin dus weinig verschil De loggers besomden gezamenlijk 43,727.60 of 741.14 per logger, zijnde 95.61 minder dan in 1896. De opgaaf dezer besommingen zijn van het verkochte hier ter plaatse. Zij verkoopen evenwel dikwijls te IJmuiden, waarvan de op brengst niet in onze algemeene boekhouding door onze afslagers kan worden bijgehouden en dus niet is opgenomen. Bij den tegenwoordigen toestand van het strand gebeurt dit ook reeds meermalen met de vangst der bommen. Groote schol werd door de loggers ook dit jaar weder niet in noemenswaardige hoeveelheid aangebracht; ook schelvisch, die in gezouten toestand wordt aangevoerd was gering; de vangst was zoo klein, dat vele loggers op onze kust zijn blijven visschen en niet naar Doggersbank zeildendaar zij het nog voordeeliger achtten hier te blijven dan op de weinige schol en schelvisch uit te gaan. In het algemeen kan men van de schrobnetvisscherij zeggendat zij teruggaande is en ware het niet, dat voornamelijk tijdens de wintervaart goede zeelieden gevormd worden en dat men goede matrozen behoeft voor de haringvisscherijdan zou die visscherij reeds lang door de reeders zijn gestaakt, daar zij steeds groot verlies oplevert. Voor de schrobnetvisscherij schijnen de stoomschepen betere resultaten te geven; de aanbouw daarvan neemt in Engeland en Duitschland sterk toe. Zij toch kunnen steeds visschen ook bij windstilte en op dieper water en zijn ook in staathoe ook de windrichting is, hunne vangst aan de markt te brengen. Ook in ons land, van uit IJmuiden begint men stoomtrawlers in de vaart te brengen. De toekomst zal evenwel nog moeten leeren of dit stand kan houden. De handel in versche viseh op het buitenland houdt steeds gelijken tred met de meerdere of mindere vangst, meestal is evenwel de aanbreng slechts voldoende voor het binnenland. Duitschland blijft zijne visscherij met kracht uitbreidenzeer gesteund door de regeering. Eene haven hier ter plaatse zou voor den handel van groot belang zijn daar onze vaartuigen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 533