F 09 «v dan niet elders hunne vangst zouden aanvoeren en er door vreemde visschers van tijd tot tijd hier van de haven gebruik zou worden gemaakt tot verkoop van hunne viseh. De handel in rog op België is tengevolge van de geringe aanbreng dier vischsoort van geen beteeke.nis meer. Van half April tot half Mei was er ecnige levendigheid in den handel van tong op Engeland, daar de prijzen toen aanleiding gaven om met kans op eenig succes dien handel te beproeven. Uit Denemarken werd dit jaar geen viseh aangevoerdterwijl uit Engeland slechts kleine zendingen en meestal nog bestaande uit kleine vischsoort, toegezonden werden. De oorzaken zijndat de visscherij van schol op de Deensche kust zeer verminderd is en het weinige dat gevangen wordt als versche viseh verbruikt wordt. In Engeland wordt nog voldoende aangevoerd, door groote uitbreiding der schepen en het opzoeken van nieuwe vischgrondendie met de stoomtrawlers te bevisschen zijn. Hunne vaartsnelheid en degelijke ysverpakking stellen hen in de gelegenheid de viseh in zeer verschen toestand aan te brengen, de waarde als versche viseh is te hoog om voor droog- visch gebruikt te kunnen worden en zoo de prijs daalt wordt zij door de Engelsclie firma’s gekocht, daar deze tegenwoordig ook op de hoogte zijn van vischdrogen voor export naar België. Het gedwongen binnenkomen onzer schepen te Umuiden en elders werkt mede tot den kwijnenden toestand onzer drogerijen. In het laatst van Mei en begin Juni werd een aanvang ge maakt met de haringvisscherij. Den 19den Juni stonden de meeste bommen omhoog aan het strand gedeeltelijk geheel ge reed, andere zich nog gereedmakende voor deze visscherij In den nacht van genoemden datum woedde een hevige storm, die aan de vaartuigen groote schade veroorzaakte en de vloot een aanblik gaf weinig minder dan in den storm van 22/23 December 1894. Groote directe schade werd daardoor veroor zaakt; maar ook tijdverlies daar de meeste bommen groote of kleine reparatiën moesten ondergaan, waardoor zij eerst van tw'ee tot zes weken later ter visscherij konden uitzeilen. De voorraad van 1896 was geheel verbruikt. Aan deze visscherij werd deel genomen door 233 bommen en 75 loggers. De haringvangst is sedert verscheidene jaren niet zoo gering geweestdientengevolge waren de prijzen hooger dan in de laatste jaren hetgeen aanleiding gaf tot een groot verschil van uitkomst voor reeders en visschers, daar zij die tamelijk gelukkig vischten door den hoogen prijs, dubbel profiteerden zoodat er eenerzijds bommen waren van 2800 gulden besomming over het geheele seizoen, terwijl anderen 8000 gulden besomden. De gemiddelde besomming, hoewel niet met juistheid op te gevenkan bij benadering gesteld worden op 5200 gulden per bom, dit is 1000 meer dan het vorige jaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 534