55 Scheepvaart. gezamenlijke inhoud 1 4. Aan liet einde van 1897 waren er in deze Gemeente 152 vaartuigen van 10 of meer tonnen inhoud, tegen 151 in 1896. De beurtschepen pak- of marktschuiten van en op ’s Gravenhage varende meten te zamen 2328 ton en de stoombooten tussclien deze Gemeente en andere plaatsen en vice-versa hebben eene 1 van 1631 ton (zie verder hieromtrent 7). De scheepstimmerwerven hebben gegronde reden tot klagen vernieuwingen vonden weinig plaats en voor bommenaanleg was geen kist, wat niet te verwonderen is, als men nagaat in welke langdurige onzekerheid men blijft verkeeren in zake haven aanleg. Twee van de vier zijn dan ook reeds gesloten; de beide anderen blijven in hoofdzaak nog voor reparatiewerk gedeeltelijk geopend met een klein aantal knechts. De nieuwmodel bommen blijven voldoen volgens verklaring der opvarendenaanbouw van die soort is te verwachten na zekerheid van een haven hier ter plaatse. De met scheepsbouw in verband staande bedrijven hielden daarmede gelijken tred. Het binnenvallen der bomschuiten te Vlaardingen en Maassluis bleef toennemen, bijna allen vermeden het landen alhier, waar door het handelsverkeer in deze gemeente zeer wordt benadeeld. Er kwamen hier in het geheele seizoen slechts zes schuiten aan. Een deel der in de Maashavens aangebrachte pekelharing werd evenals vorige jaren hier verkocht in kantjes, daar die wijze van verkoop meestal voor reeder en visscher voordeeliger is dan die per gepakte ton. Verhoogde kosten en tijdverlies door vervoer naar hier zijn factorendie de concurrentie met Vlaardingen bemoeilijken. Ook dit jaar werd door eenige handelaren haring uit de hand gekocht te Katwijk, waaruit blijkt dat grootere aanvoeren hier geplaatst kunnen worden. Bij het eindigen der haringvisscherij zijn op drie na alle schuiten in verschillende havens binnengeloopen met het oog op veilige berging. Te Vlaardingen werd ook dit jaar weder verlof gegeven om de spoorhaven te gebruiken. Te Scheveningen kwam het resteerende drietal ter berging aan, dat een plaats vond ter hoogte van het Oranje-hotel op 25 minuten afstand van het centrum van het dorp. Het verslag kan eindigen met de in de laatste jaren herhaalde aanbeveling voor het verkrijgen van een haven. »De behoefte aan een visschershaven doet zich steeds sterker gevoelen en is onder den tegenwoordigen toestand door den aangelegden strandmuur gebiedend noodzakelijk, daar het binnenloopen der bommen in andere havenplaatsen de reederijen op hoogere kosten brengt, dikwijls tijdverlies ver oorzaakt en vooral den handel vernietigt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1897 | | pagina 537